Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs

 

Artikel XII
1
De ouders, voogden of verzorgers van een leerling van een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, een school of instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet onderwijs, onderscheidenlijk de ouders, voogden of verzorgers van een deelnemer van een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, verstrekken binnen vier maanden na inwerkingtreding van de artikelen I tot en met IV aan het bevoegd gezag van die school, onderscheidenlijk instelling, het sociaal-fiscaalnummer van de leerling, onderscheidenlijk deelnemer, aan de hand van een van overheidswege verstrekt document, waarop tevens de geslachtsnaam, de voorletters, de geboortedatum en het geslacht van de leerling, onderscheidenlijk deelnemer, zijn vermeld.
2
Indien de leerling, onderscheidenlijk de deelnemer, meerderjarig is, rust de verplichting, omschreven in het eerste lid, op de leerling, onderscheidenlijk de deelnemer, zelf.
3
Het bevoegd gezag draagt zorg voor de vaststelling van het sociaal-fiscaalnummer aan de hand van het in het eerste lid bedoelde document en neemt het sociaal-fiscaalnummer op in de leerlingenadministratie van de school, onderscheidenlijk de administratie van de instelling.
4
Indien de artikelen I tot en met IV niet alle op hetzelfde tijdstip in werking treden, vindt de verstrekking, bedoeld in het eerste lid, plaats:
a
binnen vier maanden na de inwerkingtreding van artikel I, voor wat betreft leerlingen van scholen als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;
b
binnen vier maanden na de inwerkingtreding van artikel II, voor wat betreft leerlingen van scholen en instellingen als bedoeld in de Wet op de expertisecentra;
c
binnen vier maanden na de inwerkingtreding van artikel III, voor wat betreft leerlingen van scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs;
d
binnen vier maanden na de inwerkingtreding van artikel IV, voor wat betreft deelnemers van instellingen als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •