Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs

 

Wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het sociaal-fiscaalnummer en het onderwijsnummer als persoonsgebonden nummer in het onderwijs in te voeren; dat het daarom wenselijk is enkele onderwijswetten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.]

Artikel II
[Wijzigt de Wet op de expertisecentra.]

Artikel III
[Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.]

Artikel IV
[Wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs.]

Artikel V
[Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]

Artikel VI
[Wijzigt de Wet studiefinanciering 2000.]

Artikel VII
[Wijzigt de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.]

Artikel VIII
[Wijzigt de Les- en cursusgeldwet.]

Artikel IX
[Wijzigt de Leerplichtwet 1969.]

Artikel X
[Wijzigt de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank.]

Artikel XI [Vervallen per 28-06-2006]

Artikel XIa
1
Artikel 40b, eerste lid, tweede volzin, en derde, vierde en zesde lid, van de Wet op het primair onderwijs is van toepassing met ingang van 2 oktober van een bij koninklijk besluit vast te stellen jaar.
2
Artikel 42a, eerste lid, tweede volzin, en derde, vierde en zesde lid, van de Wet op de expertisecentra is van toepassing met ingang van 2 oktober van een bij koninklijk besluit vast te stellen jaar.
3
Artikel 27b, eerste lid, tweede volzin, en derde, vierde en zesde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs is van toepassing met ingang van 2 oktober van een bij koninklijk besluit vast te stellen jaar.
4
(vervallen)
5
Artikel 8.1.1a, eerste lid, tweede volzin, en derde, vierde en zesde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs is van toepassing met ingang van 2 oktober van een bij koninklijk besluit vast te stellen jaar.
6
Artikel 7.38, eerste lid, tweede volzin, en derde, vierde en zesde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is van toepassing met ingang van 1 augustus van een bij koninklijk besluit vast te stellen jaar.
7
Tot het tijdstip, bedoeld in onderscheidenlijk het eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid, wordt voor de toepassing van de desbetreffende wet of het desbetreffende deel van de wet uitsluitend het sociaal-fiscaalnummer als persoonsgebonden nummer gebruikt en kan toelating van een leerling, deelnemer, student of extraneus plaatsvinden zonder overlegging van het persoonsgebonden nummer, indien:
a
door de ouders, voogden of verzorgers van de leerling of deelnemer, dan wel - indien de leerling of deelnemer meerderjarig en handelingsbekwaam is - door de leerling of deelnemer aannemelijk wordt gemaakt dat geen sociaal-fiscaalnummer van de leerling of deelnemer kan worden overgelegd; of
b
de student of extraneus aannemelijk maakt dat hij geen sociaal-fiscaalnummer kan overleggen.

Artikel XII
1
De ouders, voogden of verzorgers van een leerling van een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, een school of instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet onderwijs, onderscheidenlijk de ouders, voogden of verzorgers van een deelnemer van een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, verstrekken binnen vier maanden na inwerkingtreding van de artikelen I tot en met IV aan het bevoegd gezag van die school, onderscheidenlijk instelling, het sociaal-fiscaalnummer van de leerling, onderscheidenlijk deelnemer, aan de hand van een van overheidswege verstrekt document, waarop tevens de geslachtsnaam, de voorletters, de geboortedatum en het geslacht van de leerling, onderscheidenlijk deelnemer, zijn vermeld.
2
Indien de leerling, onderscheidenlijk de deelnemer, meerderjarig is, rust de verplichting, omschreven in het eerste lid, op de leerling, onderscheidenlijk de deelnemer, zelf.
3
Het bevoegd gezag draagt zorg voor de vaststelling van het sociaal-fiscaalnummer aan de hand van het in het eerste lid bedoelde document en neemt het sociaal-fiscaalnummer op in de leerlingenadministratie van de school, onderscheidenlijk de administratie van de instelling.
4
Indien de artikelen I tot en met IV niet alle op hetzelfde tijdstip in werking treden, vindt de verstrekking, bedoeld in het eerste lid, plaats:
a
binnen vier maanden na de inwerkingtreding van artikel I, voor wat betreft leerlingen van scholen als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs;
b
binnen vier maanden na de inwerkingtreding van artikel II, voor wat betreft leerlingen van scholen en instellingen als bedoeld in de Wet op de expertisecentra;
c
binnen vier maanden na de inwerkingtreding van artikel III, voor wat betreft leerlingen van scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs;
d
binnen vier maanden na de inwerkingtreding van artikel IV, voor wat betreft deelnemers van instellingen als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel XIII [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel XIV
1
Het bevoegd gezag van een school als bedoeld in onderscheidenlijk de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentraen de Wet op het voortgezet onderwijs verstrekt voor 15 oktober van het jaar, bedoeld in artikel XIa, eerste, tweede, onderscheidenlijk derde lid, aan de Informatie Beheer Groep het sociaal-fiscaalnummer van de leerlingen.
2
Tevens verstrekt het bevoegd gezag van een school als bedoeld in onderscheidenlijk de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentraen de Wet op het voortgezet onderwijs verstrekt voor 15 oktober van het jaar, bedoeld in artikel XIa, eerste, tweede, onderscheidenlijk derde lid, aan de Informatie Beheer Groep van de leerlingen van wie geen sociaal-fiscaalnummer kan worden overgelegd en die op 1 oktober van het hiervoor bedoelde jaar in aanmerking kunnen worden gebracht voor bekostiging, de gegevens betreffende geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, geslacht, adres en woonplaats.
3
De Informatie Beheer Groep verstrekt uiterlijk op 31 december van het jaar, bedoeld in het tweede lid, aan het bevoegd gezag van de in het tweede lid bedoelde leerlingen het sociaal-fiscaalnummer of, voor zover is gebleken dat aan de leerling geen sociaal-fiscaalnummer is toegekend, een door de Informatie Beheer Groep uitgegeven persoonsgebonden nummer voor de desbetreffende leerling, het onderwijsnummer.
4
Het bevoegd gezag neemt na ontvangst van het in het derde lid bedoelde sociaal-fiscaalnummer of onderwijsnummer van een leerling, dit nummer op in de leerlingenadministratie bij de gegevens van de desbetreffende leerling.

Artikel XV
1
Het bevoegd gezag van een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs verstrekt voor 15 oktober van het jaar, bedoeld in artikel XIa, vijfde lid, aan de Informatie Beheer Groep het sociaal-fiscaalnummer van de deelnemers.
2
Tevens verstrekt het bevoegd gezag van een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs voor 15 oktober van het jaar, bedoeld in artikel XIa, vijfde lid, aan de Informatie Beheer Groep van de deelnemers van wie geen sociaal-fiscaalnummer kan worden overgelegd en die op 1 oktober van het hiervoor bedoelde jaar in aanmerking kunnen worden gebracht voor bekostiging, de gegevens betreffende geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, geslacht, adres en woonplaats.
3
De Informatie Beheer Groep verstrekt uiterlijk op 31 december van het jaar, bedoeld in het tweede lid, aan het bevoegd gezag van de in het tweede lid bedoelde deelnemers het sociaal-fiscaalnummer of, voor zover is gebleken dat aan de deelnemer geen sociaal-fiscaalnummer is toegekend, een door de Informatie Beheer Groep uitgegeven persoonsgebonden nummer voor de desbetreffende deelnemer, het onderwijsnummer.
4
Het bevoegd gezag neemt na ontvangst van het in het derde lid bedoelde sociaal-fiscaalnummer of onderwijsnummer van een deelnemer, dit nummer op in de administratie van de instelling bij de gegevens van de desbetreffende deelnemer.

Artikel XVI [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel XVII [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel XVIII [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel XIX [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel XX [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel XXI [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel XXII [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel XXIII [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel XXIV [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel XXV [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel XXVI [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel XXVII
De artikelen 164 van de Wet op het primair onderwijs, 146 van de Wet op de expertisecentra, 104 van de Wet op het voortgezet onderwijs en 11.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs zijn van overeenkomstige toepassing op de artikelen XII, derde lid, XIV, eerste, tweede en vierde lid, en XV, eerste en derde lid.

Artikel XXVIII
[Wijzigt de Wijzigingswet Wet op het voortgezet onderwijs enz. (regels inzake regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten).]

Artikel XXIX
[Wijzigt de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.]

Artikel XXX
1
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2
Het tijdstip van inwerkingtreding van artikel IX, onderdeel B, kan verschillend worden vastgesteld voor onderscheidenlijk scholen als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, scholen als bedoeld in de Wet op de expertisecentra en scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 6 december 2001
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, L. M. L. H. A. Hermans
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L. J. Brinkhorst
Uitgegeven de zevenentwintigste december 2001
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals