Wijzigingswet enkele belastingwetten c.a. (belastingplan 1999)
Wet van 17 december 1998, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (belastingplan 1999)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van het belastingplan 1999 wenselijk is maatregelen te treffen in het kader van het inkomensbeleid, een bijdrage te leveren aan een verdere vergroening van het fiscale stelsel en in samenhang daarmee het prijsindexcijfer van de Wet op de studiefinanciering te wijzigen, om maatregelen te nemen in het kader van auto en vervoer, met name ter bevordering van milieuvriendelijke vervoersmodaliteiten, en voorts om enige andere belastingmaatregelen te treffen waaronder aanpassingen van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 in verband met het voorkomen van ongewenste renteaftrek vooruitlopend op de herziening van het belastingstelsel in het kader van de 21e eeuw;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet op de inkomstenbelasting 1964.]
Artikel II
[Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]
Artikel III
[Wijzigt de Coördinatiewet Sociale Verzekering.]
Artikel IV
[Wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968.]
Artikel V
[Wijzigt de Wet op de studiefinanciering.]
Artikel VI
[Wijzigt de Wet financiering volksverzekeringen.]
Artikel VII
[Wijzigt de Wet op de accijns.]
Artikel VIII
[Wijzigt de Wet op de verbruiksbelastingen.]
Artikel IX
[Wijzigt de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen1992.]
Artikel X
[Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]
Artikel XI
[Wijzigt de Wet belasting zware motorrijtuigen.]
Artikel XII
[Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]
Artikel XIII
[Wijzigt de Wet van 31 oktober 1996, houdende goedkeuring van de Uitvoeringsregeling.]
Artikel XIV
Tot 1 januari 2001[Red: Bij Stb. 2000/601 is de vrijstelling verlengd tot 1 januari 2003.] worden, onder bij ministeriële regeling vast te stellen hoeveelheidsbeperkingen, de in artikel 66a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de accijns en artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere producten, bedoelde vrijstellingen eveneens verleend ter zake van de uitslag en de invoer van de in die artikelen bedoelde goederen die worden gebruikt aan boord van schepen in het verkeer naar een andere lid-staat over de binnenwateren. De in de eerste volzin bedoelde hoeveelheidsbeperkingen worden vastgesteld met inachtneming van de gebruikelijke reisduur naar de plaats van bestemming in de andere lid-staat. Bij algemene maatregel van bestuur kan deze vrijstelling worden verlengd indien de behandeling in België en de Bondsrepubliek Duitsland van de onderhavige goederen ter zake van het gebruik aan boord van schepen in de binnenvaart, daartoe aanleiding geeft.
Artikel XV
[Wijzigt de Wet op de inkomstenbelasting 1964.]
Artikel XVI
1
Met betrekking tot de kalenderjaren 1999 tot en met 2001 wordt in artikel 11, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 het in de eerste schijf van de tabel opgenomen percentage verhoogd met 3 procentpunten.
2
Met betrekking tot de kalenderjaren 1999 tot en met 2001 worden in artikel 44m, tweede lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 de in de tabel opgenomen bedragen aan zelfstandigenaftrek verhoogd met f 200.
Artikel XVII
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1999, met dien verstande dat
a
artikel I, onderdeel F, eerste, tweede, derde en vijfde lid, en de onderdelen G en K, artikel II, onderdeel A, artikel III, artikel XII en artikel XV, onderdeel B, terugwerken tot en met 1 januari 1998;
b
artikel I, onderdeel B en onderdeel F, vierde lid, en artikel II, onderdeel B, terugwerken tot en met 1 oktober 1998;
c
artikel I, onderdeel F, tweede lid, toepassing vindt nadat artikel 66b van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 1998 is toegepast;
d
artikel I, onderdelen D, H en I, en artikel II, onderdelen C en D, toepassing vinden nadat artikel 66b van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 1999 is toegepast;
e
artikel IX in werking treedt met ingang van 1 mei 1999;
f
artikel X, onderdeel A, terugwerkt tot en met 1 januari 1998;
g
artikel X, onderdeel C, eerste en derde lid, toepassing vindt nadat het ingevolge onderdeel G van dat artikel ingevoegde artikel 37a van de Wet belastingen op milieugrondslag bij het begin van het kalenderjaar 1999 is toegepast;
h
artikel X, onderdeel F, in werking treedt indien artikel VI, onderdeel I, van de Wet van 18 december 1997, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. 1998 (fiscale milieuversterking), Stb. 732, in werking is getreden; en
i
artikel XI in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 17 december 1998
Beatrix
De Minister van Financiën, G. Zalm
De Staatssecretaris van Financiën, W. A. F. G. Vermeend
Uitgegeven de negenentwintigste december 1998
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals