Wijzigingswet Zeevaartbemanningswet (Versoepeling nationaliteitseis kapitein op Nederlandse zeeschepen)
Wet van 22 mei 2003 tot wijziging van de Zeevaartbemanningswet (Versoepeling nationaliteitseis kapitein op Nederlandse zeeschepen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op de bestendige groei van het aantal in Nederland geregistreerde zeeschepen enerzijds en het ontoereikende aanbod van aspirant-kapiteins met de Nederlandse nationaliteit anderzijds, de wettelijke mogelijkheden tot aanstelling door de scheepsbeheerder van een kapitein met een andere nationaliteit aanmerkelijk te verruimen, met inachtneming van de internationaalrechtelijke verplichtingen van het Koninkrijk voor het land Nederland;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Zeevaartbemanningswet.]
Artikel II
Onze Minister zendt uiterlijk drie jaren na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doelmatigheid en doeltreffendheid van de vrijstellingsregeling van artikel 30, alsmede over de toepassing van die bepaling in de praktijk.
Artikel III
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 22 mei 2003
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, R. H. de Boer
Uitgegeven de zesentwintigste juni 2003
De Minister van Justitie,
j
P. H. Donner