Wijzigingswet Wetboek van Strafvordering (de dagvaardingstermijn voor de politierechter, de oproeping in kantongerechtszaken en het instellen van hoger beroep)
Wet van 15 januari 1998 tot wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering (de dagvaardingstermijn voor de politierechter, de oproeping in kantongerechtszaken en het instellen van hoger beroep)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bepalingen in het Wetboek van Strafvordering, betreffende de dagvaardingstermijn voor de politierechter, de oproeping in kantongerechtszaken en het instellen van hoger beroep te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.]
Artikel II
[Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.]
Artikel III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, welke voor de onderscheiden onderdelen verschillend kan zijn.
Artikel IV
Artikel I heeft geen gevolgen voor de zaken die voor de inwerkingtreding van deze wet bij wege van verkorte dagvaarding, oproeping of kennisgeving van oproeping aanhangig zijn gemaakt.
Artikel V
Artikel II heeft geen gevolgen voor de strafzaken waarin voor de inwerkingtreding van deze wet hoger beroep is ingesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 15 januari 1998
Beatrix
De Minister van Justitie, W. Sorgdrager
Uitgegeven de tweeëntwintigste januari 1998
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager