Wijzigingswet Wetboek van Strafrecht, enz. (straf van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte (taakstraffen)
Wet van 7 september 2000 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de straf van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte (taakstraffen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bepalingen ten aanzien van de straf van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte te herzien;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.]
Artikel II
[Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.]
Artikel III
[Wijzigt de Gratiewet.]
Artikel IV
[Wijzigt de Wet justitiƫle gegevens.]
Artikel V
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel VI
Deze wet heeft geen gevolgen ten aanzien van strafzaken die voor de inwerkingtreding daarvan bij wege van verkorte dagvaarding, oproeping of dagvaarding aanhangig zijn gemaakt. Deze wet heeft eveneens geen gevolgen ten aanzien van voor de inwerkingtreding van deze wet veroordeelden tot de straf van het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte. De artikelen 22b tot en met 22j, zoals deze luidden voor het moment van inwerkingtreding van deze wet, blijven in dezen van toepassing. Hetzelfde geldt voor beslissingen waarbij gratie is verleend onder de voorwaarde van het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte, genomen voor de inwerkingtreding van deze wet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 7 september 2000
Beatrix
De Minister van Justitie, A. H. Korthals
Uitgegeven de negentiende september 2000
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals