Wijzigingswet Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek ivm bevordering van de kwaliteit en de studeerbaarheid van het onderwijs
Wet van 4 juli 1996, houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de bevordering van de kwaliteit en de studeerbaarheid van het onderwijs
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voorzieningen te treffen in verband met de voortgaande bevordering van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de verbetering van de organisatie en de inrichting van de onderwijsprogramma's;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]
Artikel II
[Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]
Artikel III [Vervallen per 03-08-2005]
Artikel IV
1
Deze wet treedt met uitzondering van artikel I onderdelen B en C, artikel II en artikel III in werking met ingang van 1 september 1996. Artikel I onderdelen B en C en artikel III treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst. Artikel II treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.
2
Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven op of na 1 september 1996, treedt deze wet met uitzondering van artikel I onderdeel B en artikel II in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst. Artikel I onderdeel B treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 juli 1996. Artikel II treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 4 juli 1996
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
j
M. M. Ritzen
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
j
J. van Aartsen
Uitgegeven de tweede september 1996
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager