Wijzigingswet Wet op de inkomstenbelasting 1964, enz. (technische aanpassingen 1999)
Wet van 16 december 1999, houdende wijziging van enkele belastingwetten (technische aanpassingen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in een aantal belastingwetten wijzigingen van redactionele aard aan te brengen alsmede enkele technische reparatiemaatregelen en maatregelen ter voorkoming van anticipatie-gedrag op het wetsvoorstel Wet inkomstenbelasting 2001 te treffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet op de inkomstenbelasting 1964.]
Artikel II
[Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]
Artikel III
[Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]
Artikel IV
[Wijzigt de Wet op de accijns.]
Artikel V
[Wijzigt de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.]
Artikel VI
[Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.]
Artikel VII
[Wijzigt de Invorderingswet 1990.]
Artikel VIII
1
Bij de omrekening van het bedrag in guldens van de op de voet van de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde van de onroerende zaak met toepassing van de artikelen 4 en 5 van verordening nr. 1103/97 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro (PbEG L 162), wordt, in afwijking in zoverre van artikel 5, eerste lid, van de Wet overgang belastingheffing in euro's, het bedrag naar beneden afgerond op gehele euro's.
2
In een beschikking met betrekking tot de vaststelling van de waarde van de onroerende zaak die voor 1 januari 2002 op de voet van de Wet waardering onroerende zaken wordt genomen voor het tijdvak dat aanvangt op 1 januari 2001, wordt het bedrag van de waarde van de onroerende zaak tevens in euro's vermeld.
3
De rechtsgeldigheid van een beschikking met betrekking tot de vaststelling van de waarde van de onroerende zaak op de voet van de Wet waardering onroerende zaken wordt niet aangetast door het vermeld zijn in die beschikking van het bedrag van de waarde van de onroerende zaak in euro's, alsmede voorzover het een beschikking als bedoeld in het tweede lid betreft door het niet vermeld zijn in die beschikking van het bedrag van de waarde van de onroerende zaak in euro's.
Artikel IX
1
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.
2
In afwijking van het eerste lid treedt artikel IV in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
3
In afwijking van het eerste lid treedt artikel V in werking met ingang van 1 mei 2000.
4
In afwijking van het eerste lid werkt artikel VII terug tot en met 1 januari 1997 en vinden de ingevolge dat artikel gewijzigde bepalingen van de Invorderingswet 1990 wat betreft belastingaanslagen in de rechten van successie of schenking voor het eerst toepassing op aanslagen die verschuldigd zijn ter zake van belastbare feiten in de zin van de Successiewet 1956 welke hebben plaatsgevonden op of na 1 januari 1997.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 16 december 1999
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën,
w
A. F. G. Vermeend
Uitgegeven de drieëntwintigste december 1999
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals