Wijzigingswet Wet milieubeheer (milieu-effectrapportage)
Wet van 4 februari 1994, tot wijziging van de regeling van de milieu-effectrapportage in de Wet milieubeheer
Wij Beatrix, bij de gratie gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de regeling van de milieu-effectrapportage in de Wet milieubeheer op een aantal onderdelen te wijzigen in verband met de Richtlijn nr. 85/337/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1985 betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PbEG. L 175/40), alsmede naar aanleiding van het Verslag over de werking van de regeling milieu-effectrapportage;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel II
Paragraaf 7.3. van de Wet milieubeheer vindt geen toepassing indien op het tijdstip waarop de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 7.4 in werking treedt, met betrekking tot een activiteit, aangewezen krachtens artikel 7.4,
a
van het ontwerp van het bij de activiteit aangewezen besluit reeds mededeling is gedaan en dat ontwerp ter inzage is gelegd;
b
indien krachtens wettelijk voorschrift van het voorontwerp van het besluit mededeling wordt gedaan, van het voorontwerp reeds mededeling is gedaan en dat voorontwerp ter inzage is gelegd,
c
de bij de activiteit aangewezen vergunningaanvraag reeds is ingediend en in behandeling is genomen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 4 februari 1994
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
j
G. M. Alders
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
j
D. Gabor
Uitgegeven de tweeëntwintigste februari 1994
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin