Wijzigingswet Wet gewetensbezwaren militaire dienst i.v.m. de Kaderwet dienstplicht
Wet van 22 mei 2003 tot wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de invoering van de Kaderwet dienstplicht wenselijk is enige daarmee samenhangende wijzigingen in de Wet gewetensbezwaren militaire dienst aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet gewetensbezwaren militaire dienst.]
Artikel II
Degene aan wie op grond van artikel 15, eerste lid, onderdelen b en d, van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst zoals luidend voor inwerkingtreding van deze wet een voorgoed verleende vrijstelling is verleend, wordt overeenkomstig de Wet gewetensbezwaren militaire dienst zoals deze ingevolge deze wet komt te luiden, aangemerkt als erkend gewetensbezwaarde in het genot van een voorgoed verleende ontheffing.
Artikel III
Degene die de gewone vervangende dienst heeft vervuld wordt na inwerkingtreding van deze wet aangemerkt als erkende gewetensbezwaarde die de vervangende dienst in gewone omstandigheden heeft vervuld.
Artikel IV
1
De tekst van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst wordt in het Staatsblad geplaatst.
2
Voor de plaatsing in het Staatsblad stelt Onze Minister van Defensie de nummering van de artikelen opnieuw vast en brengt hij de in deze wet voorkomende aanhalingen van de artikelen met de nieuwe nummering in overeenstemming.
Artikel V
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 22 mei 2003
Beatrix
De Staatssecretaris van Defensie, C. van der Knaap
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. J. de Geus
Uitgegeven de vierentwintigste juni 2003
De Minister van Justitie,
j
P. H. Donner