Wijzigingswet Werkloosheidswet, enz. (vrijwillige verzekering voor personen werkzaam in het buitenland)
Wet van 23 november 1992, tot wijziging van een aantal sociale verzekeringswetten inzake vrijwillige verzekering voor personen werkzaam in het buitenland
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de mogelijkheden van toelating tot de vrijwillige verzekering voor de werknemersverzekeringswetten bij werkzaamheden in het buitenland te verruimen en de bepalingen inzake de vrijwillige verzekering te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel III
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel IV
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel V
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel VI Overgangsbepalingen
1
het[Tekstcorrectie: "het" moet zijn "Het"] Landelijk instituut sociale verzekeringen laat, op zijn verzoek, tot de vrijwillige verzekering bedoeld in Hoofdstuk IV van de Ziektewet (Stb. 1987, 88) of tot de vrijwillige verzekering bedoeld in Hoofdstuk VI van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stb. 1987, 89) toe de persoon jonger dan 65 jaar, die in Nederland woont en die op de dag waarop deze wet in werking treedt, voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 64, eerste lid, onderdeel i, van de Ziektewet of artikel 81, eerste lid, onderdeel i, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
2
Een verzoek tot toelating tot de vrijwillige verzekering als bedoeld in het eerste lid dient te worden ingediend binnen twaalf weken na de dag, waarop deze wet in werking treedt.
3
het[Tekstcorrectie: "het" moet zijn "Het"] Landelijk instituut sociale verzekeringen is bevoegd te verklaren, dat een verzoek om toelating, ingediend na afloop van de in het tweede lid gestelde termijn, geacht wordt tijdig te zijn ingekomen, indien de persoon die het verzoek heeft gedaan, redelijkerwijs niet geacht kan worden in verzuim te zijn geweest.
4
het[Tekstcorrectie: "het" moet zijn "Het"] Landelijk instituut sociale verzekeringen doet de vrijwillige verzekering als bedoeld in het eerste lid aanvangen op de dag van ontvangst van het verzoek tot toelating.
5
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de termijn waarbinnen een beschikking op aanvraag ingevolge dit hoofdstuk dient te worden gegeven. Deze algemene maatregel van bestuur vervalt vijf jaar na de dag van inwerkingtreding van de wet waarbij dit lid werd ingevoegd.
Artikel VII
1
het[Tekstcorrectie: "het" moet zijn "Het"] Landelijk instituut sociale verzekeringen laat, op zijn verzoek, tot de vrijwillige werkloosheidsverzekering, bedoeld in Hoofdstuk III van de Werkloosheidswet (Stb. 1987, 93) en de vrijwillige verzekering bedoeld in Hoofdstuk IV van de Ziektewet (Stb. 1987, 88) of tot de vrijwillige verzekering bedoeld in Hoofdstuk VI van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stb. 1987, 89) toe de persoon jonger dan 65 jaar, die op de dag, waarop deze wet in werking treedt, werkzaam is als bedoeld in artikel 53, eerste lid, onderdeel b, c en d van de Werkloosheidswet en artikel 64, tweede lid, onderdeel b, c en d van de Ziektewet of artikel 81, tweede lid, onderdeel b, c en d van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
2
Een verzoek tot toelating tot de vrijwillige verzekering als bedoeld in het eerste lid dient te worden ingediend binnen twaalf weken na de dag, waarop deze wet in werking treedt.
3
het[Tekstcorrectie: "het" moet zijn "Het"] Landelijk instituut sociale verzekeringen is bevoegd te verklaren, dat een verzoek om toelating, ingediend na afloop van de in het tweede lid gestelde termijn, geacht wordt tijdig te zijn ingekomen, indien de persoon die het verzoek heeft gedaan, redelijkerwijs niet geacht kan worden in verzuim te zijn geweest.
4
het[Tekstcorrectie: "het" moet zijn "Het"] Landelijk instituut sociale verzekeringen doet de vrijwillige verzekering als bedoeld in het eerste lid aanvangen op de dag van ontvangst van het verzoek tot toelating.
5
De persoon, die met toepassing van het eerste lid wordt toegelaten tot de vrijwillige werkloosheidsverzekering wordt vanaf de aanvang van zijn in het eerste lid bedoelde werkzaamheden, voorzover deze na 1 januari 1987 zijn verricht, geacht als werknemer arbeid te hebben verricht.
6
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de termijn waarbinnen een beschikking op aanvraag ingevolge dit hoofdstuk dient te worden gegeven. Deze algemene maatregel van bestuur vervalt vijf jaar na de dag van inwerkingtreding van de wet waarbij dit lid werd ingevoegd.
Artikel VIII
De termijnen voor de duur van de werkzaamheden in het buitenland als bedoeld in artikel 53, eerste lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet, artikel 64, tweede lid, onderdeel a, van de Ziektewet en artikel 81, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering worden voor de persoon, die reeds vrijwillig verzekerd was dan wel met toepassing van het bepaalde in artikel VII wordt toegelaten tot de vrijwillige verzekering, gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding van deze wet.
Artikel IX
De persoon die op de datum van inwerkingtreding van deze wet reeds vrijwillig verzekerd is, maar op grond van het bepaalde in artikel 53, eerste lid, onderdeel b, van de Werkloosheidswet, artikel 64, tweede lid, onderdeel b, van de Ziektewet en artikel 81, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering na inwerkingtreding van deze wet niet kan worden toegelaten tot de vrijwillige verzekering, blijft vrijwillig verzekerd.
Artikel X
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 23 november 1992
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
e
ter Veld
Uitgegeven de vierentwintigste december 1992
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin