Wijzigingswet Wegenverkeerswet 1994 (afgifte en inname van kentekenplaten)
Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten teneinde het valselijk gebruik maken van kentekenplaten terug te dringen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wegenverkeerswet 1994.]
Artikel II
1
Een op de dag vóór die van de inwerkingtreding van artikel 70a geldende goedkeuring of machtiging tot het aanbrengen van een keur- of waarmerk op kentekenplaten en de daarop op die dag van toepassing zijnde voorschriften, blijven tot een bij ministeriële regeling te bepalen tijdstip van kracht ten aanzien van bij die regeling aangewezen keur- of waarmerken.
2
Ten aanzien van de productie en afgifte van kentekenplaten, geproduceerd met toepassing van het eerste lid, blijven de artikelen 70a tot en met 70h tot het in eerste lid bedoelde, bij ministeriële regeling te bepalen tijdstip buiten toepassing.
Artikel III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 6 oktober 1999
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, T. Netelenbos
Uitgegeven de vierde november 1999
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals