Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. een hogere preferentie van havengelden en vorderingen inzake maatregelen m. b.t. een schip die noodzakelijk waren ter waarborging van de veiligheid van de haven of van derden

 

Wet van 28 november 2002 tot wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot een hogere preferentie van havengelden en vorderingen inzake maatregelen met betrekking tot een schip die noodzakelijk waren ter waarborging van de veiligheid van de haven of van derden
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is artikel 211 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen met betrekking tot de preferentie van havengelden en maatregelen met betrekking tot een schip die noodzakelijk waren ter waarborging van de veiligheid van de haven of van derden om de crediteur van deze kosten meer zekerheid te bieden op verhaal;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek]

Artikel II
Artikel 252 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing.

Artikel III
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 28 november 2002
Beatrix
De Minister van Justitie,
j
P. H. Donner
Uitgegeven de vijfde december 2002
De Minister van Justitie,
j
P. H. Donner