Wetboek van Strafvordering
Artikel 16
1
Indien de verdachte aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt, dat hij niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen, schorst de rechter de vervolging, in welke stand zij zich ook bevindt.
[2.] Zoodra van het herstel van den verdachte is gebleken, wordt de schorsing opgeheven.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AU3677, Eerste aanleg - meervoudig, 09/753096-05
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
01-09-2005
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank 's-Gravenhage[...] De rechtbank, verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het bij dagvaarding onder primair telastgelegde feit heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt: - Poging tot doodslag; verklaart het bewezenverklaarde strafbaar; verklaart verdachte niet strafbaar; ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging... -
LJN AY6234, Hoger beroep, 23-002172-04
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
30-01-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof AmsterdamHet hof veroordeelt de verdachte tot vier jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging wegens doodslag. -
LJN BI0260, Eerste aanleg - meervoudig, 13/529139-07
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
09-03-2009
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank AmsterdamTussenuitspraak Passage met betrekking tot gevoerde preliminaire (niet-ontvankelijkheids-) verweren, onderzoekswensen en/of voorlopige hechtenis. -
LJN BJ7297, Eerste aanleg - meervoudig, 14.810097-09
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
23-06-2009
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank AlkmaarBerechting verdachte met (vermoede) ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Toepassing van artikel 509a Sv. Samenhang met tussenvonnis van 16 juni 2009.