Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 13
De bevoegdheid van de Nederlandse rechter tot het treffen van bewarende of voorlopige maatregelen kan niet worden betwist op de enkele grond dat hij met betrekking tot de zaak ten principale geen rechtsmacht heeft.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BD1016, Voorlopige voorziening, 254095 FA RK 05-6587
Rechtsoort
Personen-en familierecht
Datum uitspraak
29-03-2007
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Voorlopige voorziening
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank 's-GravenhageLitispendentie. Bij tussenbeschikking van 5 januari 2006 heeft de rechtbank zich bevoegd verklaard om kennis te nemen van het verzoek van de vrouw tot wijziging van de ten behoeve van haar en de minderjarige door de man te betalen voorlopige alimentatie en heeft zij de behandeling van dat verzoek op grond van artikel 27, eerste lid, EEX... -
LJN BI7943, Eerste aanleg - enkelvoudig, 140315
Rechtsoort
Personen-en familierecht
Datum uitspraak
11-06-2009
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank MaastrichtDe rechtbank is bevoegd kennis te nemen van het verzoek van de vrouw om de in Nederland wonende man bij wijze van voorlopige voorziening te veroordelen tot het betalen van een onderhoudsbijdrage ten behoeve van de samen met de vrouw in Duitsland wonende kinderen. Toepassing van het Haags Alimentatieverdrag...