Wet tot instelling gemeenten Almere en Zeewolde
- Wet tot instelling gemeenten Almere en Zeewolde
- Hoofdstuk I. Algemene bepaling
- Artikel 1
- Hoofdstuk II. Instelling van de gemeenten Almere en Zeewolde
- Artikel 2, 3
- Hoofdstuk III. Hoger gezag
- Hoofdstuk IV. Rechtskracht voorschriften en uitoefening bevoegdheden
- Artikel 5, 6, 7, 8, 9, 10
- Hoofdstuk V. Overgang rechten en verplichtingen
- Artikel 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18
- Hoofdstuk VI. De eerste verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Almere onderscheidenlijk Zeewolde
- Artikel 19, 20, 21, 22, 23
- Hoofdstuk VII. Rechtspositie van de ambtenaren en het overig personeel
- Artikel 24, 25, 26, 27
- Hoofdstuk VIII. Bijzondere voorzieningen met betrekking tot de politiezorg
- Artikel 28
- Hoofdstuk IX. Voorzieningen in verband met de toepassing van enkele wetten
- Artikel 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43
- Hoofdstuk X. Slotbepalingen
- Artikel 44, 45
Wet van 6 juli 1983, tot instelling gemeenten Almere en Zeewolde
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het gebied van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" een tweetal nieuwe gemeenten in te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk I. Algemene bepaling
Artikel 1
In deze wet wordt verstaan onder:
a
Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken;
b
het openbaar lichaam: het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders";
c
de Landdrost: de Landdrost van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders";
d
overgaand dan wel toegevoegd gebied: gebied dat krachtens deze wet deel gaat uitmaken onderscheidenlijk is gaan uitmaken van een andere gemeente, daaronder begrepen de bij deze wet in te stellen gemeenten Almere en Zeewolde.
Hoofdstuk II. Instelling van de gemeenten Almere en Zeewolde
Artikel 2
1
Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet is er een gemeente, genaamd Almere, bestaande uit delen van het gebied van het openbaar lichaam en van de gemeente Muiden, een en ander met dien verstande dat de grens van de nieuwe gemeente Almere komt te lopen als volgt:
a
Grens met de gemeente LelystadBeginnende in het punt met de coördinaten in het (verschoven) stelsel van de Rijksdriehoeksmeting x = 145962.67; y = 494586.93, loopt de grens via de punten met de coördinaten
tot het punt met de coördinaten x = 152395.21; y = 490378.91. Vandaar loopt de grens naar het punt met de coördinaten x = 152434.94; y 490404.22 en ten slotte naar het punt met de coördinaten x 152520.52; y = 490264.06.
b
Grens met de in te stellen gemeente ZeewoldeBeginnende in het onder a laatstgenoemde punt volgt de grens in ongeveer zuidwestelijke richting een lijn via de punten met de coördinaten
daarna in ongeveer zuidoostelijke richting via het punt met de coördinaten x = 151305.84; y = 489437.46 en weer in zuidwestelijke richting via de punten met de coördinaten
om vervolgens af te buigen naar het punt met de coördinaten x 149983.34; y = 488656.28 en vandaar via de punten met de coördinaten
naar het punt met de coördinaten x = 149950.89; y = 488713.21. Van dit punt af loopt de grens in ongeveer zuidwestelijke richting via de punten met de coördinaten
naar het punt met de coördinaten x = 149147.33; y = 488239.40 om vandaar in zuidoostelijke richting verder te gaan via de punten met de coördinaten
naar het punt met de coördinaten x = 154454.95; y = 480670.93. Van dit punt af loopt de grens in nagenoeg westelijke richting via de punten met de coördinaten
om geleidelijk in meer noordwestelijke richting om te buigen via de punten met de coördinaten
naar het punt met de coördinaten x = 151338.24; y = 480703.28. Vandaar loopt de grens in zuidwestelijke richting via de punten met de coördinaten
naar het punt met de coördinaten x = 150087.30; y = 479382.38.
c
Grens met de gemeente BlaricumBeginnende in het onder b laatstgenoemde punt loopt de grens in ongeveer noordwestelijke richting via het punt met de coördinaten
naar het punt met de coördinaten
d
Grens met de gemeente HuizenBeginnende in het onder c laatstgenoemde punt volgt de grens in aanvankelijk noordwestelijke en later meer westelijke richting de verbindingslijn tussen dit punt en achtereenvolgens de punten met de coördinaten
om te eindigen in het punt met de coördinaten
e
Grens met de gemeente NaardenBeginnende in het onder d laatstgenoemde punt volgt de grens in een in hoofdzaak westelijke richting de verbindingslijn tussen dat punt en achtereenvolgens de punten met de coördinaten
om te eindigen in het punt met de coördinaten
f
Grens met de gemeente MuidenBeginnende in het onder e laatstgenoemde punt loopt de grens in noordwestelijke richting via het punt met de coördinaten x 135102.63; y = 485671.36 naar het punt met de coördinaten x 134029.81; y = 486992.15.
g
Grens met het openbaar lichaam in het IJmeer en het westelijke gedeelte van het IJsselmeerBeginnende in het onder f laatstgenoemde punt loopt de grens eerst in noordelijke richting naar het punt met de coördinaten x 134029.81; y = 489022.36, vandaar in noordoostelijke richting naar het punt met de coördinaten x = 138000.00; y = 492000.00, vervolgens in oostelijke richting naar het punt met de coördinaten x = 141644.23; y = 492000.00 en ten slotte weer in noordoostelijke richting via het punt met de coördinaten x = 145733.82; y = 494425.78 naar het punt met de coördinaten x = 145962.67; y = 494586.93, zijnde het beginpunt van deze grensbeschrijving.
2
Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet is er een gemeente, genaamd Zeewolde, bestaande uit delen van het gebied van het openbaar lichaam en van de gemeente Lelystad, een en ander met dien verstande dat de grens van de nieuwe gemeente Zeewolde komt te lopen als volgt:
a
Grens met de gemeente LelystadBeginnende in het in het eerste lid onder a laatstgenoemde punt met de coördinaten x = 152520.52; y = 490264.06 loopt de grens in ongeveer noordoostelijke richting via de punten met de coördinaten
tot aan het punt met de coördinaten x = 158501.69; y = 494987.67 om vandaar in overwegend zuidoostelijke richting verder te gaan via de punten met de coördinaten
tot het punt met de coördinaten x = 162091.46; y = 491265.79, waar de grens de bestaande grens tussen de gemeente Lelystad en het openbaar lichaam ontmoet, om vervolgens in algemeen zuidoostelijke richting de bestaande grens van de gemeente Lelystad te volgen tot het punt waar deze grens de grens van de gemeente Dronten ontmoet.
b
Grens met de gemeente DrontenBeginnende in het hiervóór onder a laatstgenoemde punt volgt de grens de bestaande grens van het openbaar lichaam met de gemeente Dronten tot het punt waar deze de bestaande grens van die gemeente met de gemeente Harderwijk ontmoet.
c
Grens met de gemeente HarderwijkBeginnende in het hiervóór onder b laatstgenoemde punt volgt de grens de bestaande grens van het openbaar lichaam met de gemeente Harderwijk tot het punt met de coördinaten
Vanaf laatstgenoemd punt loopt de grens in achtereenvolgens noordwestelijke, westelijke en ongeveer zuidwestelijke richting via de punten met de coördinaten
tot het punt met de coördinaten
d
Grens met de gemeente ErmeloBeginnende in het hiervóór onder c laatstgenoemde punt loopt de grens in ongeveer zuidwestelijke richting naar het punt met de coördinaten
e
Grens met de gemeente PuttenBeginnende in het hiervóór onder d laatstgenoemde punt loopt de grens in aanvankelijk nagenoeg zuidwestelijke en vervolgens meer westelijke richting via de punten met de coördinaten
tot het op de grens tussen de gemeenten Putten en Nijkerk gelegen punt met de coördinaten
f
Grens met de gemeente NijkerkBeginnende in het hiervóór onder e laatstgenoemde punt loopt de grens in algemeen westelijke richting via de punten met de coördinaten
tot het punt met de coördinaten
g
Grens met de gemeente BunschotenBeginnende in het hiervóór onder f laatstgenoemde punt loopt de grens in algemeen noordwestelijke richting via de punten met de coördinaten
tot het punt met de coördinaten
h
Grens met de gemeente EemnesBeginnende in het hiervóór onder g laatstgenoemde punt loopt de grens in ongeveer noordwestelijke richting naar het punt met de coördinaten
i
Grens met de gemeente BlaricumBeginnende in het hiervóór onder h laatstgenoemde punt loopt de grens in nagenoeg noordwestelijke richting via het punt met de coördinaten x = 150243.70; y = 479240.38 naar het in artikel 2, eerste lid, onder b laatstgenoemde punt met de coördinaten
j
Grens met de in te stellen gemeente AlmereDeze grens komt te lopen als in het eerste lid onder b is aangegeven.
Artikel 3
1
Aan de gemeente Lelystad wordt een deel van het gebied van het openbaar lichaam toegevoegd met dien verstande dat de grens van deze gemeente met het openbaar lichaam als volgt komt te lopen:
Beginnende in het in artikel 2, eerste lid, onder a eerstgenoemde punt met de coördinaten x = 145962.67; y = 494586.93 loopt de grens in een nagenoeg rechte lijn in noordoostelijke richting via de punten met de coördinaten
naar het punt met de coördinaten x = 154957.80; y = 501031.24 om vandaar in zuidoostelijke richting af te buigen naar het punt met de coördinaten x = 155269.73; y = 500706.90, waar de grens de bestaande grens tussen de gemeente Lelystad en het openbaar lichaam ontmoet.
2
Aan de gemeente Harderwijk wordt een deel van het gebied van het openbaar lichaam toegevoegd met dien verstande dat het grensbeloop van deze gemeente als volgt wordt gewijzigd:
a
Grens met de gemeente ZeewoldeDeze grens komt te lopen als in artikel 2, tweede lid, onder c aangegeven.
b
Grens met de gemeente Ermelo
Beginnende in het in artikel 2, tweede lid, onder c laatstgenoemde punt volgt de grens een rechte lijn naar het punt met de coördinaten
waar de bestaande grens tussen de gemeenten Harderwijk en Ermelo de grens met het openbaar lichaam ontmoet.
3
Aan de gemeente Ermelo wordt een deel van het gebied van het openbaar lichaam toegevoegd met dien verstande dat het grensbeloop van deze gemeente als volgt wordt gewijzigd:
a
Grens met de gemeente HarderwijkDeze grens komt te lopen als in het tweede lid onder b aangegeven.
b
Grens met de gemeente ZeewoldeDeze grens komt te lopen als in artikel 2, tweede lid, onder d aangegeven.
c
Grens met de gemeente Putten
Beginnende in het in artikel 2, tweede lid, onder d laatstgenoemde punt volgt de grens een rechte lijn naar het punt met de coördinaten
waar de bestaande grens tussen de gemeenten Ermelo en Putten de grens met het openbaar lichaam ontmoet.
4
Aan de gemeente Putten wordt een deel van het gebied van het openbaar lichaam toegevoegd met dien verstande dat het grensbeloop van deze gemeente als volgt wordt gewijzigd:
a
Grens met de gemeente ErmeloDeze grens komt te lopen als in het derde lid onder c aangegeven.
b
Grens met de gemeente ZeewoldeDeze grens komt te lopen als in artikel 2, tweede lid, onder e aangegeven.
c
Grens met de gemeente Nijkerk
Beginnende in het in artikel 2, tweede lid, onder e laatstgenoemde punt volgt de grens in ongeveer zuidelijke richting de bestaande grens tussen de gemeente Nijkerk en het openbaar lichaam tot het punt met de coördinaten x = 161238.90; y = 474530.10, waar deze grens de bestaande grens met de gemeente Putten ontmoet.
5
Aan de gemeente Nijkerk wordt een deel van het gebied van het openbaar lichaam toegevoegd met dien verstande dat het grensbeloop van deze gemeente als volgt wordt gewijzigd:
a
Grens met de gemeente ZeewoldeDeze grens komt te lopen als in artikel 2, tweede lid, onder f aangegeven.
b
Grens met de gemeente Bunschoten
Beginnende in het in artikel 2, tweede lid, onder f laatstgenoemde punt volgt de grens een rechte lijn naar het punt met de coördinaten
waar de bestaande grens tussen de gemeenten Nijkerk en Bunschoten de grens met het openbaar lichaam ontmoet.
6
Aan de gemeente Bunschoten wordt een deel van het gebied van het openbaar lichaam toegevoegd met dien verstande dat het grensbeloop van deze gemeente als volgt wordt gewijzigd:
a
Grens met de gemeente NijkerkDeze grens komt te lopen als in het vijfde lid onder b aangegeven.
b
Grens met de gemeente ZeewoldeDeze grens komt te lopen als in artikel 2, tweede lid, onder g aangegeven.
c
Grens met de gemeente Eemnes
Beginnende in het in artikel 2, tweede lid, onder g laatstgenoemde punt volgt de grens een rechte lijn naar het punt met de coördinaten
waar de bestaande grens tussen de gemeenten Bunschoten en Eemnes de grens met het openbaar lichaam ontmoet.
7
Aan de gemeente Eemnes wordt een deel van het gebied van het openbaar lichaam toegevoegd met dien verstande dat het grensbeloop van deze gemeente als volgt wordt gewijzigd:
a
Grens met de gemeente BunschotenDeze grens komt te lopen als in het zesde lid onder c aangegeven.
b
Grens met de gemeente ZeewoldeDeze grens komt te lopen als in artikel 2, tweede lid, onder h aangegeven.
c
Grens met de gemeente Blaricum
Beginnende in het in artikel 2, tweede lid, onder h laatstgenoemde punt volgt de grens een rechte lijn naar het punt met de coördinaten
waar de bestaande grens tussen de gemeenten Eemnes en Blaricum de grens met het openbaar lichaam ontmoet.
8
Aan de gemeente Blaricum wordt een deel van het gebied van het openbaar lichaam toegevoegd met dien verstande dat het grensbeloop van deze gemeente als volgt wordt gewijzigd:
a
Grens met de gemeente EemnesDeze grens komt te lopen als in het zevende lid onder c aangegeven.
b
Grens met de gemeente ZeewoldeDeze grens komt te lopen als in artikel 2, tweede lid, onder i aangegeven.
c
Grens met de gemeente Almere
Deze grens komt te lopen als in artikel 2, eerste lid, onder c aangegeven.
d
Grens met de gemeente Huizen
Beginnende in het in artikel 2, eerste lid, onder c laatstgenoemde punt volgt de grens een rechte lijn naar het punt met de coördinaten
waar de bestaande grens tussen de gemeenten Blaricum en Huizen de grens met het openbaar lichaam ontmoet.
9
Aan de gemeente Huizen wordt een deel van het gebied van het openbaar lichaam toegevoegd met dien verstande dat het grensbeloop van deze gemeente als volgt wordt gewijzigd:
a
Grens met de gemeente BlaricumDeze grens komt te lopen als in het achtste lid onder d aangegeven.
b
Grens met de gemeente AlmereDeze grens komt te lopen als in artikel 2, eerste lid, onder d aangegeven.
c
Grens met de gemeente Naarden
Beginnende in het in artikel 2, eerste lid, onder d laatstgenoemde punt volgt de grens een rechte lijn naar het punt met de coördinaten
waar de bestaande grens tussen de gemeenten Huizen en Naarden de grens met het openbaar lichaam ontmoet.
10
Aan de gemeente Naarden wordt een deel van het gebied van het openbaar lichaam toegevoegd met dien verstande dat het grensbeloop van deze gemeente als volgt wordt gewijzigd:
a
Grens met de gemeente HuizenDeze grens komt te lopen als in het negende lid onder c aangegeven.
b
Grens met de gemeente AlmereDeze grens komt te lopen als in artikel 2, eerste lid, onder e aangegeven.
c
Grens met de gemeente Muiden
Beginnende in het in artikel 2, eerste lid, onder e laatstgenoemde punt volgt de grens een rechte lijn naar het punt met de coördinaten
waar de bestaande grens tussen de gemeenten Naarden en Muiden de grens met het openbaar lichaam ontmoet.
11
Aan de gemeente Muiden wordt een deel van het gebied van het openbaar lichaam toegevoegd en aan de gemeente Almere wordt een deel van eerstgenoemde gemeente toegevoegd, een en ander met dien verstande dat het grensbeloop van de gemeente Muiden als volgt wordt gewijzigd:
a
Grens met de gemeente NaardenDeze grens komt te lopen als in het tiende lid onder c aangegeven.
b
Grens met de gemeente AlmereDeze grens komt te lopen als in artikel 2, eerste lid, onder f aangegeven.
12
Aan de provincies Gelderland, Utrecht en Noord-Holland worden delen van het gebied van het openbaar lichaam toegevoegd en van laatstgenoemde provincie wordt een deel aan de gemeente Almere toegevoegd, een en ander in dier voege dat het grensbeloop van deze provincies wordt gewijzigd zoals in de leden 2-5, in de leden 6 en 7 onderscheidenlijk in de leden 8-11 aangegeven.
Hoofdstuk III. Hoger gezag
Artikel 4 [Vervallen per 01-01-1986]
Hoofdstuk IV. Rechtskracht voorschriften en uitoefening bevoegdheden
Artikel 5
1
De op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, voor de in artikel 2, eerste en tweede lid, omschreven gebieden van het openbaar lichaam geldende voorschriften van de Landdrost worden met ingang van genoemde datum geacht te zijn vastgesteld door het bevoegde gezag van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde; zij behouden hun rechtskracht voor zover dit gezag niet anders bepaalt.
2
De voorschriften van de gemeente Muiden en van de provincie Noord-Holland die op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, gelden voor van deze gemeente en deze provincie naar de gemeente Almere overgaand gebied, komen op genoemde datum voor dat gebied te vervallen. Met ingang van die datum gelden voor dat gebied de in het eerste lid bedoelde voorschriften.
3
De voorschriften van de gemeente Lelystad die op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, gelden voor van deze gemeente naar de gemeente Zeewolde overgaand gebied, komen op genoemde datum voor dat gebied te vervallen. Met ingang van die datum gelden voor dat gebied de voor het openbaar lichaam van kracht zijnde voorschriften van de Landdrost.
4
Voor de krachtens artikel 3 van het openbaar lichaam overgaande gebieden komen de op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, geldende voorschriften op genoemde datum te vervallen. Met ingang van die datum gelden voor die gebieden de van kracht zijnde voorschriften van de gemeenten en provincies waaraan zij onderscheidenlijk zijn toegevoegd.
5
In afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid behouden de op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, voor naar de gemeente Naarden overgaand gebied geldende voorschriften van de Landdrost gedurende twee jaren na die datum voor dat gebied hun rechtskracht, voor zover het bevoegde gezag van de gemeente Naarden deze voorschriften niet eerder vervallen verklaart.
6
De op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, in de gemeente Naarden van kracht zijnde gemeentelijke voorschriften gelden gedurende twee jaren na die datum niet voor aan die gemeente toegevoegd gebied, voor zover het bevoegde gezag van die gemeente deze voorschriften niet eerder voor dat gebied geldend verklaart.
7
Indien het bevoegde gezag van de gemeente Naarden vóór afloop van de in het vorige lid bedoelde termijn een voor deze gemeente geldend voorschrift voor het toegevoegde gebied geldend verklaart, treedt het daartoe strekkende besluit niet in werking voordat het gemeentebestuur dit op de gebruikelijke wijze bekend heeft gemaakt. Op gelijke wijze maakt het gemeentebestuur tijdig vóór afloop van de in het vorige lid bedoelde termijn bekend welke overige voor deze gemeente geldende voorschriften na afloop van die termijn voor het toegevoegde gebied zullen gelden. Het bepaalde in de eerste volzin is hierbij van overeenkomstige toepassing.
8
Het bepaalde in de leden 5, 6 en 7 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van provinciale voorschriften zomede het bevoegde gezag van de provincie Noord-Holland.
Artikel 6
1
Het bepaalde in artikel 5 is niet van toepassing op belastingverordeningen op voet van artikel 273 van de gemeentewet. Ten aanzien van overgaand gebied houden deze verordeningen op te gelden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet, doch zij behouden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9, hun rechtskracht voor de belastingjaren welke vóór die datum zijn aangevangen.
2
De raden van de gemeenten Almere en Zeewolde kunnen binnen 3 maanden na genoemde datum ingevolge het bepaalde in artikel 269 van de gemeentewet besluiten tot vaststelling van een nieuwe verordening die, na het verkrijgen van Onze goedkeuring, met ingang van genoemde datum zal gelden voor de onderscheiden gemeenten.
3
Voor ander dan naar de gemeenten Almere en Zeewolde overgaand gebied is met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet van toepassing de verordening van de gemeente waaraan dat gebied is toegevoegd. Voor zover de herindeling zulks noodzakelijk maakt, is de raad van de gemeente waaraan het gebied is toegevoegd, bevoegd binnen 3 maanden na de datum van herindeling te besluiten tot aanpassing van de verordening. De aangepaste verordening geldt, na het verkrijgen van Onze goedkeuring, met ingang van de datum van herindeling voor het gehele gebied der gemeente.
4
Het bepaalde in artikel 5 is evenmin van toepassing op belastingverordeningen op voet van de artikelen 273a en 274 der gemeentewet en op belastingverordeningen als bedoeld in artikel V, tweede lid, van de Wet van 24 december 1970 (Stb. 608). Deze behouden hun rechtskracht voor toegevoegd gebied, tenzij het bevoegde gezag ingevolge artikel 269 van eerstgenoemde wet tot afschaffing van de betrokken belasting besluit en dit besluit Onze goedkeuring heeft verkregen.
Artikel 7
1
De op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, voor de in de artikelen 2 en 3 omschreven gebieden die van het openbaar lichaam overgaan, ingevolge artikel 11 van de Wet openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" geldende plannen tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden worden met ingang van genoemde datum aangemerkt als ingevolge de Wet op de Ruimtelijke Ordening vastgestelde en goedgekeurde bestemmingsplannen.
2
De op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, met betrekking tot van de gemeente Muiden onderscheidenlijk Lelystad overgaand gebied geldende structuur- en bestemmingsplannen worden met ingang van genoemde datum geacht te zijn vastgesteld door het bevoegde gezag van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde.
3
In afwijking van het bepaalde in artikel 5 behouden de in de voorgaande leden bedoelde plannen hun rechtskracht zolang het bevoegde gezag niet anders bepaalt.
Artikel 8
1
De bevoegdheden die bij de in artikel 5, eerste lid, bedoelde voorschriften zijn toegekend aan de Landdrost, worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet uitgeoefend door het orgaan waaraan ingevolge wettelijke voorschriften de uitoefening in een gemeente is toevertrouwd.
2
De bevoegdheden die bij de in artikel 5, eerste lid, bedoelde voorschriften zijn toegekend aan ambtenaren van het openbaar lichaam, worden met ingang van de in het vorige lid bedoelde datum uitgeoefend door de overeenkomstige ambtenaren van de gemeenten Almere en Zeewolde.
3
De bevoegdheden die bij de in artikel 5, vijfde lid, bedoelde voorschriften zijn toegekend aan organen en ambtenaren van het openbaar lichaam, worden met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum en zolang deze voorschriften blijven gelden, uitgeoefend door overeenkomstige organen en ambtenaren van de gemeente Naarden, met dien verstande dat de bij die voorschriften aan de Landdrost toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het orgaan waaraan ingevolge wettelijke voorschriften de uitoefening in een gemeente is toevertrouwd.
4
Het bepaalde in het derde lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de bevoegdheden van de organen en ambtenaren van de provincie Noord-Holland.
5
In afwijking van het bepaalde in het vierde lid wordt het toezicht op de bij de wijziging van de provinciale grens betrokken waterschappen uitgeoefend door de organen die daarmede op de dag, voorafgaande aan de datum van grenswijziging, belast waren, totdat bij reglementswijziging in de gevolgen van deze wet is voorzien. Indien tussen provinciale staten van Noord-Holland en Onze Minister niet binnen een jaar omtrent de reglementswijziging overeenstemming is bereikt, is het bepaalde in artikel 4 van de Waterstaatswet 1900 van toepassing.
Artikel 9
1
Onverminderd het bepaalde in artikel 302 van de gemeentewet wordt de bevoegdheid tot het heffen en invorderen van bestaande plaatselijke belastingen in de in artikel 2 omschreven gebieden over een belastingjaar dat vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet is aangevangen, met ingang van genoemde datum uitgeoefend door de organen en ambtenaren van de gemeenten waarnaar die gebieden zijn overgegaan, tenzij van de bevoegdheid tot heffing van de belastingen reeds vóór die datum gebruik is gemaakt door de organen van het openbaar lichaam dan wel de gemeente Lelystad doch de verschuldigde bedragen nog niet zijn voldaan, geïnd of ingevorderd.
2
Het bepaalde in het vorige lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van provinciale belastingen.
Artikel 10
1
Gemeenschappelijke regelingen waaraan bij deze wet betrokken gemeenten onderscheidenlijk het openbaar lichaam deelnemen, gelden mede voor aan die gemeenten toegevoegd gebied en zij vervallen voor van die gemeenten onderscheidenlijk dat openbaar lichaam overgegaan gebied, een en ander met dien verstande dat de gemeenten Almere en Zeewolde in de plaats treden van het openbaar lichaam voor het onderscheidenlijk aan elk van die gemeenten toegevoegde gebied.
2
De deelnemers aan een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in het vorige lid treffen, voor zoveel nodig, binnen zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wet met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen de uit de onderhavige wijziging van de gemeentelijke indeling voortvloeiende voorzieningen. Zij kunnen daarbij afwijken van de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling met betrekking tot wijziging en opheffing van de regeling en het toe- en uittreden van deelnemers. De in de eerste volzin genoemde termijn kan door Onze Minister met ten hoogste zes maanden worden verlengd.
3
Indien de voorzieningen, bedoeld in het tweede lid, niet binnen de daarvoor gestelde termijn zijn getroffen, kan dit al dan niet op verzoek van één of meer der deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling geschieden door Onze Minister.
4
Tegen een besluit van Onze Minister, genomen krachtens het derde lid, kan elk van de deelnemers binnen een maand, te rekenen van de dag van verzending van het besluit, bij Ons voorziening vragen.
5
De leden van bij gemeenschappelijke regeling ingestelde organen, aangewezen door de vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet bevoegde gemeentebesturen onderscheidenlijk de Landdrost, blijven in deze organen zitting hebben totdat de na de datum van inwerkingtreding bevoegde gemeentebesturen onderscheidenlijk de Landdrost, zo nodig met afwijking van hetgeen in de gemeenschappelijke regeling ten aanzien van de zittingsduur is bepaald, in de aanwijzing hebben voorzien.
6
De voorgaande leden zijn niet van toepassing ten aanzien van gemeenschappelijke regelingen die van kracht zijn voor een gebied waarvan de omvang bij de wet of, behoudens in beroep, door Ons is vastgesteld.
7
Voor zover aan een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in het eerste lid wordt deelgenomen door een provincie onderscheidenlijk Onze Minister en die regeling mede betrekking heeft op overgaand gebied, is het bepaalde in dat en het tweede, vijfde en zesde lid van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de betrokken provincies onderscheidenlijk Onze Minister.
Hoofdstuk V. Overgang rechten en verplichtingen
Artikel 11
1
Onverminderd het bepaalde in artikel 14 gaan op de datum van inwerkingtreding van deze wet alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam, uitsluitend betrekking hebbende op de in artikel 2, eerste en tweede lid omschreven gebieden, over op de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde, zonder dat daarvoor een nadere akte wordt gevorderd.
2
Eveneens onverminderd het bepaalde in artikel 14 gaan op de datum van inwerkingtreding van deze wet alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam onderscheidenlijk een gemeente, betrekking hebbende op ander overgaand gebied dan het in het eerste lid bedoelde, over op de gemeente waaraan dit gebied wordt toegevoegd, zonder dat daarvoor een nadere akte wordt gevorderd.
3
Ten aanzien van de overige rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam kan Onze Minister, de Landdrost en de besturen van de gemeenten Almere en Zeewolde gehoord en zonder dat daarvoor een nadere akte wordt gevorderd, bepalen dat zij geheel of gedeeltelijk op die gemeenten overgaan.
4
Tegen een besluit van Onze Minister als bedoeld in het derde lid kunnen de Landdrost en de besturen van de gemeenten Almere en Zeewolde binnen een maand, te rekenen van de dag van verzending van het besluit, bij Ons voorziening vragen.
5
Wettelijke procedures en rechtsgedingen waarbij het openbaar lichaam onderscheidenlijk een gemeente waarvan gebied overgaat, betrokken is, worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet voortgezet door of tegen de gemeente waaraan dat gebied wordt toegevoegd, voor zover krachtens het bepaalde in het eerste, tweede of derde lid de in die leden bedoelde rechten en verplichtingen op die gemeente overgaan. Ten aanzien van de rechtsgedingen is het bepaalde in de artikelen 254-262 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing.
6
Ten aanzien van de in het eerste tot en met het derde lid begrepen registergoederen zal verandering van de tenaamstelling in de kadastrale leggers plaatshebben. Onze Minister onderscheidenlijk gedeputeerde staten van de betrokken provincie doen de daartoe nodige opgave aan de desbetreffende hypotheekbewaarder.
7
Het bepaalde in de vorige leden is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van rechten en verplichtingen van een provincie.
8
De vorige leden gelden niet ten aanzien van rechten en verplichtingen die verband houden met de voorziening van drinkwater, elektriciteit en gas.
Artikel 12
1
Met betrekking tot de voorziening van drinkwater, elektriciteit en gas blijft toegevoegd gebied deel uitmaken van het voorzieningsgebied van de bedrijven die daarin voorzagen of gerechtigd waren te voorzien op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, voor zover de betrokken partijen ter zake geen nadere regeling treffen.
2
Een regeling als bedoeld in het eerste lid behoeft de goedkeuring van Onze Minister en, voor zover het de voorziening van drinkwater betreft, van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer dan wel, voor zover het de voorziening van elektriciteit of gas betreft, van Onze Minister van Economische Zaken. Alvorens te beslissen horen Onze Ministers partijen.
3
Indien één der betrokken partijen een nadere regeling wenst en partijen hieromtrent niet binnen een jaar nadat die wens schriftelijk ter kennis van de wederpartij is gebracht, tot overeenstemming komen, kan elk der partijen Onze in het tweede lid bedoelde Ministers verzoeken een nadere regeling vast te stellen. Het bepaalde in de tweede volzin van dat lid is ter zake van overeenkomstige toepassing.
4
Tegen een beslissing van Onze Ministers als bedoeld in het tweede en derde lid kan elke betrokken partij binnen een maand, te rekenen van de dag van verzending van de beslissing, bij Ons voorziening vragen.
Artikel 13
1
Ten behoeve van de voortzetting van het comptabel beheer in verband met de overgang van gebied kunnen Onze Minister onderscheidenlijk gedeputeerde staten, de Landdrost onderscheidenlijk de besturen van de betrokken gemeenten gehoord, aanwijzingen geven, welke door elk van hen in acht moeten worden genomen.
2
Indien het bestuur van een gemeente onderscheidenlijk de Landdrost zich met de gegeven aanwijzingen niet kan verenigen, kan elk van hen binnen een maand, te rekenen van de dag van verzending van deze aanwijzingen, bij Ons voorziening vragen.
3
De begroting van de inkomsten en uitgaven der gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde voor het op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanvangende dienstjaar wordt vastgesteld binnen drie maanden na dat tijdstip. Voor het tijdvak waarin nog geen begroting is vastgesteld, zijn burgemeester en wethouders van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde bevoegd tot het doen van uitgaven, voor zover daartegen bij Onze Minister geen bezwaar bestaat.
Artikel 14
1
De uitkeringen die door onderscheidenlijk aan het Rijk, de provincies, de gemeenten of het openbaar lichaam over de vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet aangevangen boekingstijdvakken, dienstjaren of uitkeringsjaren met betrekking tot overgaand gebied verschuldigd zijn, worden gedaan aan onderscheidenlijk door de gemeente waaraan dat gebied wordt toegevoegd.
2
Het bepaalde in het vorige lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van door onderscheidenlijk aan het Rijk, de gemeenten of het openbaar lichaam met betrekking tot overgaand gebied van een provincie onderscheidenlijk het openbaar lichaam verschuldigde uitkeringen.
Artikel 15
1
Indien in verband met het bepaalde in de artikelen 9, 10, 11 en 14 een verrekening tussen gemeenten onderling en met het openbaar lichaam dient plaats te vinden, bepaalt Onze Minister, de betrokken besturen onderscheidenlijk de Landdrost gehoord, het bedrag en, zo nodig, de wijze van betaling daarvan.
2
Op een verzoek om verrekening als bedoeld in het eerste lid beslist Onze Minister niet afwijzend dan na de betrokken besturen onderscheidenlijk de Landdrost te hebben gehoord.
3
Tegen een besluit van Onze Minister als bedoeld in het eerste en tweede lid kan het bestuur van elke daarbij betrokken gemeente onderscheidenlijk de Landdrost binnen een maand, te rekenen van de dag van verzending van het besluit, bij Ons voorziening vragen.
Artikel 16
1
Wij wijzen op de voordracht van Onze Minister en van Onze Ministers van Financiën en Verkeer en Waterstaat, de raad der gemeente Almere dan wel Zeewolde gehoord, de rijkseigendommen aan die onderscheidenlijk in eigendom, beheer en/of onderhoud op deze gemeenten overgaan, en bepalen de voorwaarden en tijdstippen van overgang.
2
Ten aanzien van de in het eerste lid begrepen onroerende zaken is het bepaalde in artikel 11, zesde lid, van overeenkomstige toepassing.
Artikel 17
1
Tot 1 januari 1990 draagt de gemeente Almere zorg voor de realisering van het krachtens het tot die datum door de regering te voeren verstedelijkingsbeleid binnen haar grondgebied te bouwen aantal woningen en de daarbij behorende voorzieningen.
2
Eveneens tot 1 januari 1990 draagt de gemeente Zeewolde zorg voor de realisering van het krachtens de tot die datum door de regering nagestreefde ontwikkeling binnen haar grondgebied te bouwen aantal woningen en de daarbij behorende voorzieningen.
3
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden draagt het Rijk zorg voor de aanleg van bepaalde hoofdinfrastructurele werken en voor de uitvoering van een afwerkprogramma voor bepaalde gebieden.
4
De financierjng van de in de voorgaande leden genoemde taken vindt, voor zover hierin niet op de gewone wijze moet worden voorzien, plaats ten laste van de Rijksbegroting.
Artikel 18
1
Vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet worden ter uitvoering van het bepaalde in artikel 17 voor de periode tot 1 januari 1990 overeenkomsten aangegaan door Onze Minister en Onze Ministers van Financiën, Verkeer en Waterstaat en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer namens het Rijk en door de Landdrost namens het openbaar lichaam.
2
De in het eerste lid bedoelde overeenkomsten gelden na de datum van inwerkingtreding van deze wet tussen het Rijk en de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde.
Hoofdstuk VI. De eerste verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Almere onderscheidenlijk Zeewolde
Artikel 19
Voor de raad van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde wordt voor de eerste maal een verkiezing gehouden met inachtneming van de bepalingen van de Kieswet, voor zover in dit hoofdstuk niet anders is bepaald.
Artikel 20
Voor zover met betrekking tot de in artikel 19 bedoelde verkiezingen ingevolge enig wettelijk voorschrift medewerking moet worden verleend door de raad, door burgemeester en wethouders of door de burgemeester, geschiedt dit door de Landdrost.
Artikel 21
1
De krachtens artikel 19 te kiezen raad van de gemeente Almere zal bestaan uit het door Onze Minister met overeenkomstige toepassing van artikel 5 der gemeentewet te bepalen aantal leden. De krachtens artikel 19 te kiezen raad van de gemeente Zeewolde zal bestaan uit 11 leden. Zolang de gemeente Zeewolde minder dan 3000 inwoners telt zal, in afwijking van het bepaalde in artikel 5 van de gemeentewet, de raad van deze gemeente bestaan uit het in de vorige volzin genoemde aantal leden.
2
De kandidaatstelling en de eventuele stemming geschieden op door Onze Minister vast te stellen dagen, met dien verstande dat de stemming plaatsvindt vóór de dag waarop deze wet in werking treedt.
3
Onze Minister kan besluiten tot afwijking van de in artikel G 3 der Kieswet bedoelde termijnen inzake registratie van namen en aanduidingen van politieke groeperingen.
4
Voor de toepassing van artikel H14, eerste lid, van de Kieswet wordt in plaats van "het lichaam, voor hetwelk de verkiezing geldt" ten aanzien van de gemeenten Almere en Zeewolde onderscheidenlijk gelezen: de adviesraad van het openbaar lichaam en de adviescommissie Zeewolde.
5
Als kiezersregister voor de eerste verkiezing van de raden van Almere en Zeewolde worden aangemerkt de delen van het kiezersregister van het openbaar lichaam en de gemeente Lelystad, betrekking hebbende op degenen die op de dag van de kandidaatstelling werkelijke woonplaats hebben in het in artikel 2, eerste onderscheidenlijk tweede lid, omschreven gebied.
6
Het indelen in stemdistricten en het benoemen van de leden en de plaatsvervangende leden van de hoofdstembureaus en van de stembureaus voor de in artikel 19 bedoelde verkiezingen geschieden vóór een door Onze Minister te bepalen dag door de Landdrost.
Artikel 22
1
Burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad zenden op een door Onze Minister te bepalen datum aan de Landdrost een afschrift van of een uittreksel uit het kiezersregister van hun gemeente betreffende de in dat register op bedoelde datum voorkomende personen welke op die datum in het naar de gemeente Zeewolde overgaand gebied werkelijke woonplaats hebben.
2
Indien tussen de in het eerste lid bedoelde datum en de dag van de kandidaatstelling als bedoeld in artikel 21, tweede lid, veranderingen optreden in het kiezersregister van de gemeente Lelystad ten aanzien van personen die werkelijke woonplaats hebben of verkrijgen in het van deze gemeente naar de gemeente Zeewolde overgaand gebied, worden deze veranderingen onverwijld ter kennis gebracht van de Landdrost, waarna deze die veranderingen in het in het eerste lid bedoelde afschrift of uittreksel aanbrengt.
Artikel 23
1
Voor de toepassing van artikel 21 der gemeentewet ten aanzien van het lidmaatschap van de krachtens artikel 19 te kiezen raden worden onder ingezetenen verstaan zij die hun werkelijke woonplaats hebben in het in artikel 2, eerste onderscheidenlijk tweede lid, omschreven gebied.
2
Het onderzoek van de geloofsbrieven van de overeenkomstig artikel 19 gekozen leden geschiedt vóór een door Onze Minister te bepalen dag door de adviesraad van het openbaar lichaam.
3
De eerste vergadering van de overeenkomstig artikel 19 gekozen raden vindt plaats op de eerste werkdag, volgende op de datum van inwerkingtreding van deze wet. In deze vergadering worden de wethouders benoemd.
4
De gewone zittingsperiode van de leden van de in het derde lid bedoelde raden en de door die raden benoemde wethouders eindigt tegelijk met de zittingsperiode van de raden der overige gemeenten die zitting hebben op de datum van inwerkingtreding van deze wet.
Hoofdstuk VII. Rechtspositie van de ambtenaren en het overig personeel
Artikel 24
Op de datum van inwerkingtreding van deze wet gaat het personeel, verbonden aan de in de in artikel 2, eerste en tweede lid, omschreven gebieden gevestigde openbare scholen voor kleuter-, lager en voortgezet onderwijs en voor zover in dienst van het openbaar lichaam, over in dienst van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde op dezelfde voet als waarop en ook overigens in dezelfde rechtstoestand als waarin het op de dag, voorafgaande aan die datum, werkzaam was.
Artikel 25
1
De overige in dienst van het openbaar lichaam werkzame ambtenaren - daaronder begrepen de op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzame personen - gaan over naar de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde. De Landdrost bepaalt tijdig, de betrokkenen gehoord en in overeenstemming met het dagelijks adviescollege dan wel, voor zover het gewoonlijk door de raad te benoemen functionarissen betreft, de adviesraad van het openbaar lichaam, naar welke gemeente deze ambtenaren onderscheidenlijk overgaan. Van de datum van inwerkingtreding van deze wet af worden zij geacht in dezelfde rang, met dezelfde bezoldiging en ook overigens op dezelfde voet in dienst te zijn van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde.
2
In gevallen waarin tussen de Landdrost en het dagelijks adviescollege onderscheidenlijk de adviesraad geen overeenstemming wordt bereikt, beslist Onze Minister.
3
De ambtenaren die door de toepassing van het eerste lid in dienst van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde overgaan, aanvaarden hun werkzaamheden op de datum van inwerkingtreding van deze wet. De eden of beloften, in verband met hun ambt afgelegd, worden geacht mede op die dienstvervulling betrekking te hebben.
Artikel 26
1
Indien het bevoegde gezag van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde besluit tot wijziging of vervanging van de in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet 1929 bedoelde voorschriften, wordt voor de vaststelling van en wijzigingen in de bezoldiging van de krachtens het bepaalde in artikel 25, eerste lid, naar die gemeenten overgegane ambtenaren ten minste de salarispositie in aanmerking genomen die voor hen gegolden zou hebben volgens de salarisschaal van de bezoldigingsregeling welke op hen van toepassing was op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet.
2
Bij de bepaling van de in het eerste lid bedoelde salarispositie worden de door Ons op of na de datum van inwerkingtreding van deze wet in de bezoldiging van het rijkspersoneel aan te brengen wijzigingen met een algemeen karakter mede in aanmerking genomen.
Artikel 27
Uit de in artikel 25, eerste lid, bedoelde ambtenaren benoemt de Landdrost met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet een tijdelijke secretaris en een tijdelijke functionaris, belast met de taak van ontvanger, van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde. Deze benoemingen worden geacht door de raad van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde te zijn gedaan en gelden tot de dag waarop de raad overeenkomstig de gemeentewet een definitieve voorziening heeft getroffen.
Hoofdstuk VIII. Bijzondere voorzieningen met betrekking tot de politiezorg
Artikel 28
1
Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet wordt de politietaak in het gebied van de gemeente Almere uitgeoefend door het korps gemeentepolitie Almere, dat per gelijke datum wordt ingesteld. Het personeel, behorende tot het korps gemeentepolitie van het openbaar lichaam, wordt met ingang van genoemde datum geacht te zijn aangesteld bij het korps gemeentepolitie Almere op dezelfde voet als waarop en ook overigens in dezelfde rechtstoestand als waarin het op de dag, voorafgaande aan die datum, was aangesteld bij het openbaar lichaam.
2
Met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum wordt de politietaak in het gebied van de gemeente Zeewolde en in het overgebleven gebied van het openbaar lichaam uitgeoefend door de rijkspolitie.
Hoofdstuk IX. Voorzieningen in verband met de toepassing van enkele wetten
Artikel 29
Zij die op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, ingeschreven zijn als leerling van een openbare school, gevestigd in overgaand gebied, worden van genoemde datum af tot die school toegelaten op dezelfde voorwaarden als voordien golden.
Artikel 30
1
Voor zover ten aanzien van de in het in artikel 2, eerste en tweede lid, omschreven gebied gevestigde kleuter- en lagere scholen op de datum van inwerkingtreding van deze wet voor enig op die datum verstreken kalenderjaar de artikelen 47, eerste lid, en 75, derde lid, van de Kleuteronderwijswet onderscheidenlijk de artikelen 55ter, eerste lid, en 103, tweede lid, van de Lager-onderwijswet 1920 nog niet zijn toegepast, geschiedt dit door de raad van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde.
2
Bij de toepassing van artikel 73, derde lid, van de Kleuteronderwijswet onderscheidenlijk artikel 101, vierde lid, van de Lager-onderwijswet 1920 is met betrekking tot enig vijfjarig tijdvak, eindigende vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet, het bepaalde in het eerste lid van overeenkomstige toepassing. Voor het op die datum lopende vijfjarige tijdvak wordt de extra vergoeding voor de periode tot het jaar waarin deze datum valt, voor de in overgaand gebied gevestigde bijzondere scholen bepaald op het gemiddelde van de per lokaal en per kleuter onderscheidenlijk per leerling omgerekende overschrijdingsbedragen, berekend als had de onderhavige wijziging van de gemeentelijke indeling niet plaatsgevonden.
3
Indien in verband met het bepaalde in de vorige leden een verrekening tussen de gemeenten Almere en Zeewolde onderling of tussen deze gemeenten en het openbaar lichaam dient plaats te vinden, is het bepaalde in artikel 15 ter zake van overeenkomstige toepassing.
Artikel 31
1
Ter bepaling van de uitkering krachtens artikel 89 van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt voor het op de datum van inwerkingtreding van deze wet lopende vijfjarige tijdvak als bedoeld in artikel 88, tweede lid, van eerstgenoemde wet het overschrijdingsbedrag per leerling over enig op die datum verstreken of het lopende kalenderjaar berekend als had de onderhavige wijziging van de gemeentelijke indeling niet plaatsgevonden, en over de overige jaren van dat tijdvak naar de toestand na laatstbedoeld kalenderjaar.
2
Het bepaalde in artikel 30, derde lid, is ter zake van overeenkomstige toepassing.
Artikel 32
1
Onverminderd het bepaalde in artikel 33 gaan op de datum van inwerkingtreding van deze wet alle archiefbescheiden van het openbaar lichaam, uitsluitend betrekking hebbende op overgaand gebied, over naar de gemeente waaraan dat gebied wordt toegevoegd, met dien verstande dat de overbrenging als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995 (Stb. 276) ten aanzien van deze bescheiden geschiedt als had de onderhavige wijziging van de gemeentelijke indeling niet plaatsgevonden. Van de overgang wordt een verklaring opgemaakt volgens de krachtens artikel 9 van genoemde wet voor vervreemding van archiefbescheiden gestelde regels.
2
Het bestuur van een gemeente waaraan ingevolge deze wet gebied is toegevoegd en de Landdrost hebben van de in het eerste lid genoemde datum af het recht te allen tijde kosteloos inzage te nemen van de archiefbescheiden van het openbaar lichaam onderscheidenlijk de gemeente waartoe het toegevoegde gebied vóór die datum behoorde dan wel waarnaar die archiefbescheiden krachtens het bepaalde in het eerste lid zijn overgegaan, en op kosten van zijn gemeente onderscheidenlijk openbaar lichaam afschriften van of uittreksels uit die archiefbescheiden te vorderen, voor zover deze mede betrekking hebben op het toegevoegde gebied.
3
Het bepaalde in de voorgaande leden is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de overgang van provinciale archiefbescheiden onderscheidenlijk de archiefbescheiden van het departement van Binnenlandse Zaken.
Artikel 33
1
Het bepaalde in het eerste en tweede lid van artikel 32 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de delen van het tot het bevolkingsregister van het openbaar lichaam en de gemeente Lelystad behorende persoons- en woningregister die betrekking hebben op personen, woningen en andere gebouwen welke op de datum van inwerkingtreding van deze wet gevestigd dan wel gelegen zijn in de gemeenten Almere en Zeewolde.
2
Het deel van het tot het bevolkingsregister van een gemeente onderscheidenlijk het openbaar lichaam behorende persoonsregister dat betrekking heeft op de personen die op de datum van inwerkingtreding van deze wet in overgaand gebied gevestigd zijn, wordt door burgemeester en wethouders van deze gemeente onderscheidenlijk de Landdrost op die datum gezonden aan burgemeester en wethouders van de gemeente, waaraan dat gebied wordt toegevoegd.
3
Op gelijke wijze wordt gehandeld met het deel van het tot het bevolkingsregister behorende woningregister dat betrekking heeft op de woningen en andere gebouwen die op de datum van inwerkingtreding van deze wet in overgaand gebied gelegen zijn, met dien verstande dat ook kan worden volstaan met het overdragen van de desbetreffende gegevens uit dat register.
4
Het in het derde lid bedoelde deel van het woningregister wordt, nadat daarvan afschrift is gemaakt, binnen drie weken teruggezonden.
5
Het in het derde en vierde lid bedoelde deel van het woningregister wordt gescheiden van dat register bewaard in de gemeente onderscheidenlijk het openbaar lichaam waartoe het overgaande gebied vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet behoorde.
Artikel 34
Kosten van bijstand als bedoeld in de artikelen 16, 17 en 18 van de Algemene Bijstandswet ten behoeve van personen die op of vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet woonachtig zijn of geweest zijn in overgaand gebied, komen met ingang van bedoelde datum ten laste van de gemeente waaraan dat gebied is toegevoegd.
Artikel 35
Met betrekking tot zaken, de dienstplicht, met inbegrip van de mobilisatieuitkeringen, alsmede de noodwachtplicht betreffende, vinden de voorschriften, door of namens Onze Minister van Defensie onderscheidenlijk door Ons dan wel door of namens Onze Minister gegeven ter zake van verhuizing, overeenkomstige toepassing ten aanzien van personen die van een gemeente onderscheidenlijk het openbaar lichaam naar een andere gemeente overgaan.
Artikel 36
Binnen een door Ons te bepalen termijn moeten de in artikel 27 der Wegenwet bedoelde leggers zijn vastgesteld onderscheidenlijk gewijzigd.
Artikel 37
Voor de gemeenten Almere en Zeewolde vangt de in artikel 2, eerste lid, van de Brandweerwet genoemde termijn van drie jaar aan op de datum van inwerkingtreding van deze wet.
Artikel 38
De door een bij de onderhavige wijziging van de gemeentelijke indeling betrokken gemeente onderscheidenlijk het openbaar lichaam ten behoeve van de Keuringsdienst van Waren over het op de datum van inwerkingtreding van deze wet lopende en het daarop volgende dienstjaar verschuldigde bijdrage wordt, met afwijking van de daaromtrent krachtens artikel 13, eerste lid, van de Warenwet gegeven regels, vastgesteld volgens het inwonertal van die gemeente op genoemde datum.
Artikel 39
Deze wet is niet van invloed op de bevoegdheid van de rechter of op die van procureurs van partijen met betrekking tot zaken, op de dag, voorafgaande aan de datum van haar inwerkingtreding, voor enig gerecht aanhangig.
Artikel 40
Deze wet heeft geen beperking ten gevolge van het gebied waarbinnen vóór de datum van inwerkingtreding benoemde notarissen hun ambtsbediening uitoefenen.
Artikel 41
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel 42
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel 43
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Hoofdstuk X. Slotbepalingen
Artikel 44
Geschillen omtrent de toepassing van deze wet en de, krachtens artikel 18 van deze wet, te sluiten overeenkomsten waarvan de beslissing niet aan anderen is opgedragen, worden door Ons beslist.
Artikel 45
Deze wet treedt in werking met ingang van een door Ons te bepalen tijdstip met uitzondering van Hoofdstuk VI en de artikelen 17, 18, 25, 27 en 44, die in werking treden op de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 6 juli 1983
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Rietkerk
Uitgegeven de veertiende juli 1983
De Minister van Justitie,
f
Korthals Altes