Wet op de Algemene Energieraad 1997
Wet van 25 september 1996, houdende instelling van een vast college van advies van het Rijk op het terrein van het energiebeleid (Wet op de Algemene Energieraad 1997)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de algehele herziening van het stelsel van advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of beleid van het Rijk wenselijk is een vast college van advies van het Rijk in te stellen op het terrein van het energiebeleid en dat het in verband met artikel 79 van de Grondwet noodzakelijk is daartoe wettelijke bepalingen vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Er is een Algemene Energieraad.
Artikel 2
De Algemene Energieraad heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal van advies te dienen omtrent het te voeren energiebeleid, waarbij onder meer aandacht wordt besteed aan de wisselwerking tussen het te voeren energiebeleid enerzijds en maatschappelijke ontwikkelingen en het te voeren beleid op andere gebieden anderzijds.
Artikel 3
De Algemene Energieraad bestaat uit ten hoogste tien leden.
Artikel 4
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.
Artikel 5
Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de Algemene Energieraad 1997.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 25 september 1996
Beatrix
De Minister van Economische Zaken,
g
J. Wijers
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
j
Kohnstamm
Uitgegeven de zevende november 1996
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager