Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw

 

Wet van 29 september 1815, houdende instelling van de orde van de Nederlandse Leeuw
Wij WILLEM, bij de gratie GODS, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Alzoo Wij in aanmerking genomen hebben, dat het uitdeelen van vereerende onderscheidings-teekenen aan hen, die door beproefde vaderlandsliefde, bijzonderen ijver en trouw in het volbrengen hunner burgerpligten of buitengewone bekwaamheid in wetenschappen en kunsten, zich eene billijke aanspraak op de algemeene achting, en Onze erkentenis verworven hebben, eenen heilzamen invloed oefenen kan op de aankweeking van deugd en kennis;
ZOO IS HET, dat Wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg van de Staten-Generaal, goedgevonden hebben te bepalen en te statuëren, gelijk Wij bepalen en statuëren bij deze:

Artikel 1
1
Er wordt ingesteld een Orde, strekkende ter vererende onderscheiding van Onze onderdanen die bewijzen geven van beproefde vaderlandsliefde, bijzondere ijver en trouw in het volbrengen hunner burgerplichten of buitengewone bekwaamheid in wetenschappen en kunsten.
2
Deze Orde zal in bijzondere gevallen ook aan vreemdelingen kunnen gegeven worden.

Artikel 2
Deze Orde zal de naam dragen van Orde van de Nederlandse Leeuw.

Artikel 3
1
Wij verklaren Ons te zijn Grootmeester dezer Orde.
2
Het Grootmeesterschap van dezelver zal onafscheidelijk aan de kroon der Nederlanden verbonden zijn.

Artikel 4
1
De Orde van de Nederlandse Leeuw zal bestaan uit drie graden.
2
De Ridders van de eerste graad dragen de naam van Ridder Grootkruisen, die van de tweede graad dragen de naam van Commandeurs, die van de derde graad dragen enkel de naam van Ridders.

Artikel 5 [Vervallen per 26-04-1996]

Artikel 6
Alle benoemingen bij de Orde geschieden door de Grootmeester.

Artikel 7
1
Het versiersel der Orde zal bestaan in een wit geëmailleerd kruis met een gouden W tussen elk der armen van hetzelve, hebbende aan de ene zijde in het midden een blauw geëmailleerd rond, waarop in gouden letteren geschreven zijn de woorden Virtus Nobilitat en aan de tegenzijde de Leeuw zoals hij in het wapen van het Rijk voorkomt, alles gedekt met een gouden koninklijke kroon.
2
Het lint zal zijn van Nassaus blauw met twee smalle oranje strepen.

Artikel 8 [Vervallen per 26-04-1996]

Artikel 9 [Vervallen per 26-04-1996]

Artikel 10 [Vervallen per 26-04-1996]

Artikel 11
Tot goedmaking van de kosten der Orde zal jaarlijks een som op de begroting der staatsbehoeften worden gebracht.

Artikel 12
1
Degene aan wie een onderscheiding in deze Orde is verleend, is, indien hij ingevolge rechterlijke veroordeling rechtens van zijn vrijheid is beroofd, onbevoegd de tekenen van deze onderscheiding te dragen.
2
Een onderscheiding in deze Orde vervalt, indien degene aan wie de onderscheiding is verleend, onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van ten minste een jaar.

Artikel 13
Er is een Kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Artikel 14
1
Bij algemene maatregel van bestuur wordt een reglement op deze Orde vastgesteld, waarin nadere regels worden gesteld met betrekking tot het verlenen van een onderscheiding in deze Orde en de bij de onderscheiding behorende tekenen.
2
Een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
En op dat zulks kome ter kennisse van een iegelijk wien het mag aangaan, zal de tegenwoordige wet in het staatsblad en in het officiële blad worden geplaatst.
Gegeven te Brussel, den 29sten September des jaars 1815, en van Onze regering het tweede. (geteekend)
willem
Van wege den Koning, (geteekend)
a
R. Falck.