Wet herziening fiscale procesrecht
Wet van 29 oktober 1998, houdende aanpassing van het fiscale procesrecht aan de Algemene wet bestuursrecht en wijziging van een aantal fiscale en andere wetten (herziening van het fiscale procesrecht)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het fiscale procesrecht in overeenstemming te brengen met het bestuursprocesrecht zoals neergelegd in hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht, en dat het in verband daarmee wenselijk is de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken te vervangen door een regeling in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Tariefcommissiewet opnieuw vast te stellen en wijzigingen aan te brengen in een aantal andere wetten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.]
Artikel II
[Wijzigt de Tariefcommissiewet.]
Artikel III
[Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht, de Successiewet 1956, de Registratiewet 1970, de Invorderingswet 1990, de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Wet op de omzetbelasting 1968, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Meststoffenwet, de Wet waardering onroerende zaken, de Luchtvaartwet, de Wet sloopregeling binnenvaart, de Douanewet.]
Artikel IV
De Wet administratieve rechtspraak belastingzaken wordt ingetrokken.
Artikel V
Ten aanzien van de behandeling van bezwaar, beroep of beroep in cassatie dat voor de datum van inwerkingtreding van deze wet is gemaakt onderscheidenlijk is ingesteld, blijft het recht zoals het gold vóór dat tijdstip van toepassing.
Artikel VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 29 oktober 1998
Beatrix
De Minister van Justitie, A. H. Korthals
De Staatssecretaris van Financiën, W. A. F. G. Vermeend
Uitgegeven de zeventiende november 1998
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals