Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

 

Wet van 10 november 2005, houdende regels omtrent de invoering en financiering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede met betrekking tot de intrekking van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels vast te stellen inzake de invoering en financiering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede inzake de intrekking van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Wijziging van andere wetten
1
Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Artikel 1.1 Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
[Wijzigt de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.]

Artikel 1.2 Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
[Wijzigt de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.]

Artikel 1.3 Werkloosheidswet
[Wijzigt de Werkloosheidswet.]

Artikel 1.4 Ziektewet
[Wijzigt de Ziektewet.]

Artikel 1.5 Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen
[Wijzigt de Wet financiering sociale verzekeringen.]

Artikel 1.5a Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen
[Wijzigt de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen.]

Artikel 1.6 Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
[Wijzigt de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.]

Artikel 1.7 Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
[Wijzigt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.]

Artikel 1.8 Arbeidsomstandighedenwet 1998
[Wijzigt de Arbeidsomstandighedenwet 1998.]

Artikel 1.9 Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
[Wijzigt de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.]

Artikel 1.10 Toeslagenwet
[Wijzigt de Toeslagenwet.]

Artikel 1.11 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
[Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.]

Artikel 1.12 Wet terugdringing ziekteverzuim
[Wijzigt de Wet terugdringing ziekteverzuim.]

Artikel 1.13 Wet verbetering poortwachter
[Wijzigt de Wet verbetering poortwachter.]

Artikel 1.14 Algemene Kinderbijslagwet
[Wijzigt de Algemene Kinderbijslagwet.]

Artikel 1.15 Algemene nabestaandenwet
[Wijzigt de Algemene nabestaandenwet.]

Artikel 1.16 Algemene Ouderdomswet
[Wijzigt de Algemene Ouderdomswet.]

Artikel 1.17 [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel 1.18 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
[Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.]

Artikel 1.19 Wet werk en bijstand
[Wijzigt de Wet werk en bijstand.]

Artikel 1.20 Wet arbeid en zorg
[Wijzigt de Wet arbeid en zorg.]

Artikel 1.21 Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid
[Wijzigt de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid.]

Artikel 1.22 Wet kinderopvang
[Wijzigt de Wet kinderopvang.]
2
Justitie

Artikel 1.23 Bijlage bij de Beroepswet
[Wijzigt de Beroepswet.]

Artikel 1.24 Burgerlijk Wetboek
[Wijzigt het Burgerlijk Wetboek.]

Artikel 1.25 Remigratiewet
[Wijzigt de Remigratiewet.]

Artikel 1.26 Wetboek van Koophandel
[Wijzigt het Wetboek van Koophandel.]

Artikel 1.27 Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren
[Wijzigt de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.]
3
Binnenlandse Zaken

Artikel 1.28 Bijlage 2 van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet
[Wijzigt de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet.]

Artikel 1.29 Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen
[Wijzigt de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen.]
4
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Artikel 1.30 Wet op het primair onderwijs
[Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.]

Artikel 1.31 Wet studiefinanciering 2000
[Wijzigt de Wet studiefinanciering 2000.]

Artikel 1.32 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
[Wijzigt de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.]
5
Financiën

Artikel 1.33 Wet inkomstenbelasting 2001
[Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel 1.34 Wet op de loonbelasting 1964
[Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]

Artikel 1.34a Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekering
[Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]

Artikel 1.34b Wet op de ondernemingsraden
[Wijzigt de Wet op de ondernemingsraden.]
6
Defensie

Artikel 1.35 Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen
[Wijzigt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen.]
7
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Artikel 1.36 Huursubsidiewet
[Wijzigt de Wet op de huurtoeslag.]

Artikel 1.37 Wet bevordering eigenwoningbezit
[Wijzigt de Wet bevordering eigenwoningbezit.]
8
Volksgezondheid Welzijn en Sport

Artikel 1.38 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
[Wijzigt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.]

Artikel 1.39 Wet buitengewoon pensioen 1940-1945
[Wijzigt de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945.]

Artikel 1.40 Wet op de medische keuringen
[Wijzigt de Wet op de medische keuringen.]

Artikel 1.41 Ziekenfondswet
[Wijzigt de Ziekenfondswet.]

Hoofdstuk 2. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 2.1 Verruiming grondslag lagere regelgeving
1
De volgende algemene maatregelen van bestuur berusten met ingang van de dag van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen mede op de bij die maatregelen genoemde artikelen van die wet:
a
het Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998: artikel 2, zesde lid;
b
het Besluit afwijkende regels beperking export uitkeringen: artikel 45, derde lid;
c
het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid en het Reglement justitiële jeugdinrichtingen: artikel 44, eerste lid;
d
het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990: artikel 8, tweede lid;
e
het besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 22 december 1972, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 65, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stb. 772): artikel 73, derde lid;
f
het Boetebesluit socialezekerheidswetten: artikel 91, zevende lid;
g
het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten: artikelen 6, vierde lid, en 46, zesde lid;
h
het Besluit gelijkstelling loondagen Werkloosheidswet: artikel 15, elfde lid;
i
de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar: artikel 25, tweede en zevende lid;
j
de Regeling terugvordering geringe bedragen: artikel 77, zevende lid;
2
De volgende ministeriële regelingen berusten met ingang van de dag van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen mede op de bij die regelingen genoemde artikelen van die wet:
a
de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 1997, nr. SV/WV/97/5281, houdende het aanwijzen van regelingen als bedoeld in artikel 7, onderdeel d, alsmede van gevallen als bedoeld in artikel 7a, onderdeel b, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stcrt. 249): de artikelen 9 en 11, derde lid;
b
de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 maart 2003, nr. SV/V&V/03/18714, houdende bekendmaking van de landen waarin op grond van een verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op een socialeverzekeringsuitkering kan bestaan (Stcrt. 64): artikel 45, tweede lid;
c
het Besluit incasso boeten en onverschuldigde betalingen werkgevers: artikel 79;
d
het Besluit Tica inzake betaling, terugvordering en tenuitvoerlegging van boeten en onverschuldigde betaalde uitkering: de artikelen 79 en 93, derde lid;
e
de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 juni 1985, nr. 85/335, houdende regels met betrekking tot de betaalbaarstelling van uitkeringen op grond van de socialeverzekeringswetten door andere organen dan de SVB en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Stcrt. 123): artikel 67, zesde lid;
f
de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 december 1986, nr. SZ/SVW/86/10693, houdende aanwijzing werkgever en uitzondering verzekeringsplicht Ziektewet, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Werkloosheidswet (Stcrt. 251): artikel 11, derde lid;
g
de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 16 september 1976, nr. 54344, houdende afwijkende regels omtrent de uitbetaling van de vakantie-uitkering: artikel 68, vierde lid;
h
de Regeling instroomcijfers WAO: artikel 40, eerste en vierde lid;
i
de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar: artikel 25, tweede en zevende lid;
j
de Regeling terugvordering geringe bedragen: artikel 77, zevende lid;
k
de Regeling vordering contante waarde van periodieke verstrekkingen: artikel 99, tweede lid;
l
de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 20 maart 1968, nr. 50645, houdende regels omtrent uitbreiding van de kring verzekering Ziektewet en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stcrt. 61): artikel 9.

Artikel 2.2 Verruiming grondslag overige lagere regelgeving
Het besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 19 oktober 1976, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 43 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb. 526) berust met ingang van de dag van inwerkingtreding van artikel 1.6, onderdeel J, mede op de artikelen 59, vierde lid, en 59a, zesde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

Artikel 2.3 Overgangsrecht Wet REA
1
De artikelen van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan de dag waarop deze op grond van artikel 2.10, vervallen, blijven van toepassing op de persoon, instelling of organisatie die op of voor die dag in aanmerking is gebracht voor een instrument op grond van die wet of een aanvraag daartoe heeft ingediend, zolang dat instrument in dezelfde vorm wordt verstrekt.
2
Het eerste lid is niet van toepassing indien het instrument waarvoor de persoon in aanmerking is gebracht:
a
op grond van het artikel van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering dat na inwerkingtreding van artikel 1.1, onderdeel JJ, in de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt ingevoegd,
b
artikel 98b van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen,
c
artikel 76b van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,
d
artikel 129 of 132 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, of
e
artikel 2.7,
wordt aangemerkt als instrument op grond van de desbetreffende wet.
3
In afwijking van het eerste lid, kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat de artikelen van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan de dag waarop deze vervallen niet meer van toepassing zijn op de persoon, instelling of organisatie, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 2.4 Oud overgangsrecht Wet REA
1
Artikel 57 van de Algemene arbeidsongeschiktheidswet en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, blijven van toepassing op de persoon die voor die dag een aanvraag heeft ingediend of in aanmerking is gebracht voor een voorziening tot behoud, herstel of ter bevordering van de arbeidsgeschiktheid, zolang die voorziening verkeert in de staat waarin de voorziening verkeerde op de dag voorafgaande aan de dag waarop artikel 75, eerste lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten vervalt als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 2.10 of, indien op de aanvraag niet voor die dag is beslist, op de dag waarop de voorziening wordt verstrekt.
2
Artikel 57a van de Algemene arbeidsongeschiktheidswet en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, blijven van toepassing op de persoon die voor de dag een aanvraag heeft ingediend of in aanmerking is gebracht voor vergoeding van kosten als bedoeld in dat artikel, zolang deze vergoeding niet daadwerkelijk geheel is verleend.
3
Na het vervallen van artikel 79, eerste lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 2.10, komen ten laste van het Reïntegratiefonds, genoemd in artikel 2.8:
a
de op grond van artikel 57 van de Algemene arbeidsongeschiktheidswet toegekende voorzieningen, bedoeld in het eerste lid;
b
de op grond van artikel 57a van de Algemene arbeidsongeschiktheidswet toegekende vergoedingen, bedoeld in het tweede lid.
4
Beschikkingen op grond van de artikelen 57 en 57a van de Algemene arbeidsongeschiktheidswet worden na het vervallen van artikel 85, eerste lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 2.10, aangemerkt als beschikkingen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
5
Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op aanspraken als bedoeld in dit artikel.

Artikel 2.5 Opzegging ILO-Verdrag nr. 118
[Wijzigt de Goedkeuringswet voornemen tot opzegging Verdrag betreffende de gelijkheid van behandeling van eigen onderdanen en vreemdelingen met betrekking tot de sociale zekerheid.]

Artikel 2.6 Experimentele prb-regeling
1
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld op grond waarvan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, aan de persoon die een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten dan wel een werkhervattingsuitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ontvangt, op aanvraag in plaats van bij die regeling vast te stellen reïntegratie-instrumenten als bedoeld hoofdstuk IIB van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, hoofdstuk 3A van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, hoofdstuk 2A van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en paragraaf 4.2 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, een subsidie verstrekt in de vorm van een op de arbeidsinschakeling gericht persoonsgebonden reïntegratiebudget. In deze regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de aard en de omvang van de activiteiten en de aan de subsidie te verbinden verplichtingen.
2
Een ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid treedt niet eerder in werking dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
3
Onze Minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van een ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid, aan beide kamers der Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk.

Artikel 2.7 Overgangsrecht Experimentele prb-regeling
1
Het persoonsgebonden reïntegratiebudget dat op de dag voorafgaand aan de dag waarop artikel 33 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, op grond van artikel 2.10, vervalt op grond van de eerstgenoemde wet was toegekend, wordt voor de duur van het tijdvak waarvoor dat budget is toegekend, aangemerkt als een persoonsgebonden reïntegratiebudget als bedoeld in artikel 2.6, met dien verstande dat personen die met toepassing van artikel 77 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten geacht werden verzekerd te zijn voor de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen ook na het vervallen van artikel 77 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 2.10, voor de toepassing van artikel 2.6 met betrekking tot en voor de duur van het tijdvak van de subsidie geacht worden verzekerd te zijn voor de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
2
De Experimentele regeling subsidieverstrekking arbeidsgehandicapten berust met ingang van de dag waarop artikel 33 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, op grond van artikel 2.10 vervalt, op artikel 2.6 van deze wet.

Artikel 2.7a Persoonsgebonden reïntegratiebudget voor zieke werknemer in dienstbetrekking
1
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan op aanvraag van een werknemer die aanspraak heeft op loon als bedoeld in artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek en van de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van de Ziektewet, aan wie de eigenrisicodrager ziekengeld moet betalen besluiten:
a
aan de aanvrager subsidie te verstrekken in de vorm van een op zijn arbeidsinschakeling gericht persoonsgebonden reïntegratiebudget; of
b
met een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in de arbeid bevordert, een overeenkomst te sluiten die is gericht op de arbeidsinschakeling van deze aanvrager;
indien de aanvrager in verband met ziekte of gebrek een belemmering heeft bij het verrichten van arbeid.
2
Een subsidie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op aanvraag van een in het eerste lid bedoelde persoon uitsluitend verstrekken of sluiten, indien dit instituut van oordeel is dat in het bedrijf van zijn werkgever of een ander bedrijf geen passende arbeid aanwezig is die de betrokken persoon kan verrichten.
3
De in het eerste lid bedoelde subsidie-ontvanger laat de werkzaamheden die zijn gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in het eerste lid, verrichten door een natuurlijke persoon dan wel rechtspersoon, die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in de arbeid bevordert.
4
De in het eerste lid bedoelde aanvrager verstrekt de gegevens, voorzover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die zijn gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in het eerste lid, alsmede zijn sociaal-fiscaalnummer aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf zijn inschakeling in de arbeid bevordert.
5
De in het vierde lid bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon verwerkt de in dat lid bedoelde gegevens slechts voorzover dat noodzakelijk is voor de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, en gebruikt slechts met dat doel het sociaal-fiscaalnummer bij die verwerking.
6
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent dit artikel, waarbij kan worden bepaald in welke situaties een deel van de subsidiekosten in rekening kan worden gebracht bij de werkgever.
7
Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het vierde lid treedt niet eerder in werking dan vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan beide kamers der Staten-Generaal.

Artikel 2.7b Overgangsrecht persoonsgebonden reïntegratiebudget voor zieke werknemer in dienstbetrekking
Het Besluit SUWI berust met ingang van de dag waarop artikel 33a van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, op grond van artikel 2.10, vervalt, mede op artikel 2.7a van deze wet.

Artikel 2.7c Beheer Reïntegratiefonds
1
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen beheert en administreert afzonderlijk de middelen tot dekking van de uitgaven in de vorm van een Reïntegratiefonds dat deel uitmaakt van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
2
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de middelen voor het Reïntegratiefonds in een of meer rekeningen-courant houden bij Onze Minister van Financiën. Artikel 120 van de Wet financiering sociale verzekeringen is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.8 Middelen tot dekking van de uitgaven van het Reïntegratiefonds
1
De middelen tot dekking van de uitgaven ten laste van het Reïntegratiefonds worden verkregen uit:
a
bijdragen uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds, genoemd in artikel 112 van de Wet financiering sociale verzekeringen, het Algemeen Werkloosheidsfonds, genoemd in artikel 93 van die wet, het Uitvoeringsfonds voor de overheid, genoemd in artikel 106 van die wet en het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten, genoemd in artikel 63 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;
b
de gelden die het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, ontvangt door terugvordering van onverschuldigd verstrekte of betaalde voorzieningen, kosten van voorzieningen, subsidies, loonsuppletie en inkomenssuppletie waar artikel 2.3 of 2.7 van deze wet, artikel 98b van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, artikel 76a van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten of artikel 129 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen op van toepassing zijn.
2
Bij ministeriële regeling worden de bijdragen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en de onderlinge verhouding tussen de ten laste van de verschillende fondsen en de kas komende bijdragen, bedoeld in dat onderdeel, vastgesteld. Bij deze regeling kan worden bepaald dat in de middelen tot dekking van de uitgaven ten laste van het Reïntegratiefonds mede wordt voorzien door het Rijk en kunnen regels worden gesteld in verband met de besteding van die rijksbijdrage.

Artikel 2.9 Uitgaven ten laste van het Reïntegratiefonds
1
Ten laste van het Reïntegratiefonds komen de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, verstrekte of toegekende:
a
subsidies, bedoeld in de artikelen 16, 30, 33 en 33a van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten of overeenkomsten bedoeld in artikel 33 dan wel 33a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals die artikelen luidden op de dag voor het vervallen van die artikelen als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 2.10;
b
voorzieningen, bedoeld in artikel 22 en 31 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals die artikelen luidden op de dag voor het vervallen van die artikelen als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 2.10;
c
toelagen, bedoeld in artikel 28 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals dat artikel luidde op de dag voor het vervallen van dat artikel als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 2.10, alsmede de op grond van enige wet over deze toelagen verschuldigde premies die niet op deze toelagen in mindering kunnen worden gebracht en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet;
d
inkomenssuppletie, bedoeld in artikel 29 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals dat artikel luidde op de dag voor het vervallen van dat artikel als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 2.10, alsmede de op grond van enige wet over deze suppletie verschuldigde premies die niet op deze suppletie in mindering kunnen worden gebracht en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet;
e
loonsuppletie, bedoeld in artikel 32 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals dat artikel luidde op de dag voor het vervallen van dat artikel als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 2.10, alsmede de op grond van enige wet over deze suppletie verschuldigde premies die niet op deze suppletie in mindering kunnen worden gebracht en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet;
f
uitkeringen, bedoeld in artikel 29b van de Ziektewet zoals dat artikel luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel 1.4, onderdeel G, waardoor dat artikel 29b wijzigt, alsmede de op grond van enige wet over deze uitkeringen verschuldigde premies die niet op deze uitkeringen in mindering kunnen worden gebracht en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet;
doch voor de duur en hoogte van die verstrekking of toekenning.
2
Tevens ten laste van het Reïntegratiefonds komen:
a
de reïntegratie-instrumenten die op grond van hoofdstuk IIB van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, hoofdstuk 3A van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, of hoofdstuk 4, paragraaf 2, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen na de dag van inwerkingtreding van artikel 2.10 van deze wet en voor de dag van inwerkingtreding van artikel 115 van de Wet financiering sociale verzekeringen zijn verstrekt;
b
het ziekengeld dat op grond van artikel 29b van de Ziektewet na de dag van inwerkingtreding van artikel 2.10 van deze wet en voor de dag van inwerkingtreding van artikel 100 van de Wet financiering sociale verzekeringen is verstrekt; en
c
vergoedingen aan gemeenten die worden overeengekomen ter uitvoering van artikel 14, eerste lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals dit artikel luidde op de dag voor het vervallen van dat artikel als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 2.10;
d
subsidies of de kosten van overeenkomsten als bedoeld in artikel 2.7a.
3
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels met betrekking tot het eerste en tweede lid worden gesteld.

Artikel 2.10 Intrekking Wet REA
De Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten wordt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip ingetrokken, waarbij het tijdstip waarop de verschillende artikelen of onderdelen daarvan vervallen, verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 2.11 Slotbepaling betreffende artikel 1.4, onderdeel X, artikel 76a Ziektewet
Tot het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 23 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen wordt in het in artikel 1.4, onderdeel X, voorgestelde artikel 76a, eerste lid, van de Ziektewet ?het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen? gelezen: het maximum dagloon, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering.

Artikel 2.12 Slotbepaling betreffende de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
[Wijzigt de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.]

Artikel 2.13 Slotbepaling betreffende artikel 61, tweede lid, van de Ziektewet
[Wijzigt de Ziektewet.]

Artikel 2.14 Slotbepaling betreffende de Wet financiering sociale verzekeringen
[Wijzigt de Wet financiering sociale verzekeringen.]

Artikel 2.15 Slotbepaling betreffende artikel 34 van de Werkloosheidswet
[Wijzigt de Werkloosheidswet.]

Artikel 2.15a Slotbepaling betreffende artikel 1.22
[Wijzigt deze wet.]

Artikel 2.16 Slotbepaling betreffende artikel 2.9
[Wijzigt deze wet.]

Artikel 2.16a Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet
[Wijzigt de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet.]

Artikel 2.17 Overgangsrecht onderwijsvoorzieningen
1
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, heeft tot taak te bevorderen dat belemmeringen worden weggenomen die de ingezetene, bedoeld in artikel 3 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, vanwege ziekte of gebrek ondervindt bij het volgen van onderwijs, indien het een persoon betreft die:
a
jonger is dan 17 jaar;
b
studerende is als bedoeld in artikel 5 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;
c
jonger is dan 30 jaar en uitsluitend vanwege zijn ziekte of gebrek niet kan worden aangemerkt als studerende als bedoeld in artikel 5 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
2
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan op aanvraag aan de persoon, bedoeld in het eerste lid, voorzieningen toekennen die hem in staat stellen onderwijs te volgen.
3
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan op aanvraag aan de persoon, bedoeld in het eerste lid, vervoersvoorzieningen toekennen die strekken tot verbetering van zijn leefomstandigheden en die deel uitmaken van danwel rechtstreeks samenhangen met voorzieningen als bedoeld in het tweede lid.
4
Onder voorzieningen als bedoeld in het tweede lid wordt niet verstaan financiering van of kinderopvangtoeslag in de kosten van kinderopvang.
5
Toekenningen van voorzieningen als bedoeld in het tweede lid komen ten laste van het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten.
6
De artikelen 16, 33, 55, 56, 57, 58, 59 en 62 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten zijn van overeenkomstige toepassing op de toekenning van voorzieningen als bedoeld in het tweede lid.
7
Beschikkingen op grond van artikel 11 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten worden na de inwerkingtreding van deze wet aangemerkt als beschikkingen op grond van deze wet.
8
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot dit artikel nadere regels worden gesteld.

Artikel 2.17a Slotbepaling betreffende artikel 2.17
[Wijzigt deze wet.]

Artikel 2.18 Regelgevende bevoegdheden ten behoeve van de invoering
Bij ministeriële regeling kunnen met het oog op een goede invoering en werking van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen regels worden gesteld, waarbij zo nodig kan worden afgeweken van de genoemde wet, deze wet en in overeenstemming met Onze Minister van Financiën van de Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel 2.19 Nummering
Voor de plaatsing van deze wet in het Staatsblad brengt Onze Minister de aanhalingen van de artikelen, paragrafen, afdelingen en hoofdstukken van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen die voorkomen in deze wet in overeenstemming met de op grond van artikel 140 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen vastgestelde nummering van die wet.

Artikel 2.20 Inwerkingtreding
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 2.21 Citeertitel
Deze wet wordt aangehaald als: Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 10 november 2005
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid , A. J. de Geus
Uitgegeven de tweeëntwintigste november 2005
De Minister van Justitie ,
j
P. H. Donner