
Werkloosheidswet
Artikel 77a
1
Het UWV kan een werknemer toestemming verlenen om gedurende maximaal 26 kalenderweken werkzaamheden in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep te verrichten, indien:
a
aannemelijk is dat de werknemer in de toekomst met die werkzaamheden structureel in zijn bestaan kan voorzien;
b
de werkzaamheden nog geen aanvang hebben genomen;
c
de werknemer recht heeft op uitkering op grond van hoofdstuk II, anders dan op grond van artikel 18;
d
de werkloosheid van de werknemer niet uitsluitend een gevolg is van verkorting van de werktijd, waarvoor op grond van artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 ontheffing is verleend; en
e
deze toestemming tijdens de uitkeringsduur niet eerder aan de werknemer is verleend.
2
Voor de werknemer, bedoeld in het eerste lid, blijft, onverminderd artikel 20, eerste lid, aanhef en onderdeel e, het recht op uitkering op grond van hoofdstuk II bestaan.
3
De werknemer aan wie toestemming is verleend als bedoeld in het eerste lid wordt geacht werknemer te zijn en te blijven zolang die toestemming duurt.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.