
Werkloosheidswet
Artikel 22
1
Het UWV stelt op aanvraag vast of recht op uitkering bestaat.
2
Een aanvraag is gericht tot het UWV en wordt overeenkomstig artikel 28 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen ingediend bij de CWI. Na de overdracht van de aanvraag door de CWI aan het UWV ingevolge artikel 28, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt de aanvraag verder behandeld door het UWV.
3
Op de toekenning en de beƫindiging van een uitkering als bedoeld in artikel 18 of van een uitkering die verband houdt met een verleende ontheffing op grond van artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 zijn de artikelen 3:40 en 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing, indien redelijkerwijs mag worden aangenomen dat aan de bekendmaking van de beschikking geen behoefte bestaat.
4
Verzoekt de belanghebbende binnen een redelijke termijn echter om bekendmaking van de in het derde lid bedoelde beschikking, dan wordt deze zo spoedig mogelijk verstrekt.
5
Indien het een aanvraag betreft tot toekenning van een uitkering op grond van artikel 18, artikel 61 of artikel 61a, dan wel van uitkering die verband houdt met een verleende ontheffing op grond van artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, wordt, in afwijking van het tweede lid, de aanvraag ingediend bij het UWV.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.