Werkloosheidswet
Artikel 11
1
Het UWV wordt als werkgever beschouwd in de gevallen waarin:
a
ziekengeld wordt betaald op grond van de verplichte verzekering krachtens de Ziektewet;
b
uitkering wordt betaald op grond van de verplichte verzekering of hoofdstuk IV van deze wet;
c
uitkering wordt betaald op grond van de verplichte verzekering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
d
uitkering wordt betaald op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg aan de werknemer of gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van die wet;
e
geen ziekengeld wordt betaald op grond van artikel 29, eerste lid, van de Ziektewet maar wel een toeslag op grond van de Toeslagenwet.
2
Ingeval het UWV de uitkering of toeslag, bedoeld in het eerste lid, vermeerderd met de daarover door de werkgever verschuldigde premies en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, betaalt aan de werkgever, bedoeld in artikel 9, 10 of 12, teneinde deze uitkering door diens tussenkomst te doen uitbetalen, treedt voor de toepassing van het eerste lid, deze in de plaats van het UWV, onafhankelijk van het voortbestaan van de dienstbetrekking met die werkgever.
3
Bij ministeriƫle regeling kunnen met betrekking tot de door de werkgever verschuldigde premies, bedoeld in het tweede lid, nadere en zonodig afwijkende regels worden gesteld.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.