
Vervoersnoodwet
Artikel 10
1
Onze Minister kan bepalen, dat houders van vervoermiddelen op daartoe strekkende aanwijzing door hem verplicht zijn met deze vervoermiddelen het vervoer van bepaalde personen of goederen te bewerkstelligen en de vervoermiddelen daartoe volledig uitgerust op een aangewezen plaats ter beschikking te stellen; deze plaats, alsmede de plaats van bestemming kunnen buiten Nederland zijn gelegen.
2
De aanwijzing wordt zo mogelijk schriftelijk gegeven; een op andere wijze gegeven aanwijzing wordt zo spoedig mogelijk door een schriftelijke aanwijzing gevolgd. Voor de aanvang van het vervoer wordt de vervoerder medegedeeld te wiens behoeve het vervoer plaats vindt.
3
Bij toepassing van het eerste lid kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de Wet personenvervoer 2000, de Wet goederenvervoer over de weg, de Wet vervoer binnenvaart en de Spoorwegwet.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.