Uitvoeringswet internationale kinderbescherming
- Uitvoeringswet internationale kinderbescherming
- Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
- Artikel 1, 2, 3
- Hoofdstuk 2. Taak en bevoegdheden van de centrale autoriteit
- Artikel 4, 5, 6, 7, 8
- Hoofdstuk 3. Procedure in geval van plaatsing van een kind vanuit Nederland in een andere staat en in geval van plaatsing van een kind vanuit een andere staat in Nederland
- Artikel 9, 10, 11
- Hoofdstuk 4. Rechtspleging ter zake van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen
- Artikel 12, 13, 14
- Hoofdstuk 5. Erkenning, niet-erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op grond van het verdrag
- Artikel 15, 16, 17
- Hoofdstuk 6. Erkenning, niet-erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op grond van de verordening
- Artikel 18, 19, 20, 21, 22, 23
- Hoofdstuk 7. Internationale samenwerking van gerechten
- Artikel 24
- Hoofdstuk 8. Verklaring inzake ouderlijke verantwoordelijkheid
- Artikel 25
- Hoofdstuk 9. Samenloop met andere internationale regelingen
- Artikel 26
- Hoofdstuk 10. Wijziging van andere wetten
- Artikel 27, 28, 29
- Hoofdstuk 11. Slotbepalingen
- Artikel 30, 31, 32
Artikel 14 van de Wet van 2 mei 1990 tot uitvoering van het op 20 mei 1980 te Luxemburg tot stand gekomen Europese verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen, uitvoering van het op 25 oktober 1980 te ?s-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen alsmede algemene bepalingen met betrekking tot verzoeken tot teruggeleiding van ontvoerde kinderen over de Nederlandse grens en de uitvoering daarvan (Stb. 1990, 202) is van overeenkomstige toepassing in gevallen die door het verdrag, de verordening of deze wet worden bestreken.
Artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing op de procedure, bedoeld in artikel 43 van de verordening, indien het certificaat door een Nederlandse rechter is afgegeven.