Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Spoorwegwet

 

Artikel 48
1
Het is verboden onderhoud en herstel van spoorvoertuigen die van hoofdspoorwegen gebruik maken te laten uitvoeren door anderen dan daartoe door Onze Minister erkende natuurlijke personen of rechtspersonen.
2
Een erkenning wordt op aanvraag verleend indien:
a
de natuurlijke persoon of de bestuurders van de rechtspersoon beschikken over een met het oog op de erkenning verleende verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiƫle en strafvorderlijke gegevens dan wel voldoen aan gelijkwaardige eisen van betrouwbaarheid;
b
de natuurlijke persoon of de bestuurders van de rechtspersoon aantonen dat de onderhouds- en herstelwerkzaamheden met de grootste beroepsintegriteit en vakbekwaamheid worden uitgevoerd en
c
wordt voldaan aan bij algemene maatregel van bestuur gestelde eisen of nadere eisen.
3
De eisen of nadere eisen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, kunnen onder meer betrekking hebben op:
a
de voor het onderhoud of herstel beschikbare ruimte en de gebruikte apparatuur;
b
de deskundigheid van de met het onderhoud of herstel belaste personen en
c
het proces dat bij het onderhoud of herstel wordt toegepast.
4
Onze Minister kan de erkenning, bedoeld in het tweede lid, onder beperkingen verlenen en daaraan voorschriften verbinden met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden.
5
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het onderhoud alsmede over de aanvraag en het verlenen van een erkenning.
6
Onze Minister trekt een erkenning in:
a
op verzoek van degene aan wie deze is verleend;
b
indien degene, aan wie deze is verleend, niet langer voldoet aan de eisen, bedoeld in het tweede lid.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •