![logo-zwart logo-zwart](/export/ad/ad59329DJKqloqcjh.jpeg)
Schepenwet
Artikel 38
1
Na de indiening van de memorie stelt de voorzitter van den Raad het hoofd van de scheepvaartinspectie met de memorie in kennis of doet hem daarmede in kennis stellen en bepaalt eerstgenoemde onverwijld dag en uur voor de behandeling van het verzet.
2
De voorzitter roept den onbevoegdverklaarde tegen het tijdstip, voor de zitting bepaald, op.
3
De Raad is bevoegd het onderzoek te heropenen of, na den onbevoegdverklaarde in de gelegenheid te hebben gesteld zijne memorie mondeling toe te lichten, dadelijk einduitspraak te doen.
4
Wordt bij de einduitspraak na gedaan verzet het ontnemen der bevoegdheid niet gehandhaafd, dan wordt de bevoegdheid geacht niet te zijn ontnomen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.