Rijkswet houdende machtiging tot verhoging van de inschrijving van het Koninkrijk der Nederlanden op aandelen van de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling (Wereldbank)
Rijkswet van 16 mei 1986, houdende machtiging tot verhoging van de inschrijving van het Koninkrijk der Nederlanden op aandelen van de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling (Wereldbank)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat een verhoging plaatsvindt van de inschrijving van het Koninkrijk op aandelen van de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling in het kader van de speciale verhogingen van de deelnemingen in het kapitaal van laatstgenoemde instelling;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Goedgekeurd wordt een verhoging van de inschrijving van het Koninkrijk op aandelen van de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling met US $ 273.117.640 (tweehonderddrieënzeventig miljoen eenhonderdzeventienduizend zeshonderdveertig United States dollars) tegen de koers van het moment van betaling, in het kader van de speciale verhogingen van de deelnemingen in het kapitaal van deze instelling overeenkomstig artikel II, sectie 2, sub b, van de Overeenkomst betreffende de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling (Stb. F 318).
Artikel 2
Deze Rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 16 mei 1986
Beatrix
De Minister van Financiën,
h
O. C. R. Ruding
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
e
M. Schoo
De Minister van Buitenlandse Zaken,
h
van den Broek
Uitgegeven de vijfde juni 1986
De Minister van Justitie,
f
Korthals Altes