Prijzennoodwet
Artikel 11
1
Hetgeen is verschuldigd ingevolge een krachtens artikel 9 opgelegde heffing kan, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, bij dwangbevel worden ingevorderd door Onze Minister.
2
Geen invordering geschiedt dan nadat de schuldenaar schriftelijk is aangemaand om binnen een daarbij te stellen termijn van ten minste tien dagen alsnog aan zijn verplichting te voldoen. De aanmaning bevat de aanzegging, dat het verschuldigde bedrag, voor zover dit binnen de gestelde termijn niet wordt betaald, overeenkomstig het eerste lid van dit artikel zal worden ingevorderd.
3
Het dwangbevel levert een executoriale titel op, die met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan worden tenuitvoergelegd.
4
Verzet door de schuldenaar tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel wordt ingesteld door dagvaarding van de Staat voor de rechtbank van het arrondissement binnen hetwelk zijn woonplaats is gelegen.
5
Het verzet stuit de aanvang of de voortzetting van de tenuitvoerlegging niet, behoudens de bevoegdheid van de geëxecuteerde, die het verzet heeft gedaan, om hieromtrent een voorziening bij voorraad uit te lokken.
6
Het verzet kan niet worden gegrond op de bewering, dat de heffing ten onrechte is opgelegd, dat het bedrag van de opgelegde heffing onjuist is bepaald, of dat de beschikking tot oplegging van de heffing, dan wel de aanmaning tot betaling van de heffing niet is ontvangen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.