
Postwet
Artikel 15b
1
Onze Minister kan bij beschikking een bestuurlijke boete van ten hoogste een miljoen gulden opleggen aan de houder van de concessie, indien deze handelt in strijd met:
a
een verplichting gesteld bij of krachtens paragraaf 5;
b
een verplichting gesteld bij of krachtens een door hem gegeven aanwijzing, of,
c
artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht.
2
Het college kan bij beschikking een bestuurlijke boete van ten hoogste 450 000 opleggen:
a
aan de houder van de concessie, indien deze handelt in strijd met:
1
een verplichting gesteld bij of krachtens andere dan in het eerste lid bedoelde bepalingen van deze wet;
2
een verplichting gesteld bij of krachtens een door hem gegeven aanwijzing, of,
3
artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht.
b
aan de overtreder van artikel 2b, of van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht.
3
Onze Minister, onderscheidenlijk het college, legt geen boete op indien de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de overtreding kan worden toegerekend aannemelijk maakt dat hem van de overtreding geen verwijt kan worden gemaakt.
4
Bij de vaststelling van de hoogte van de boete houdt Onze Minister, onderscheidenlijk het college, in ieder geval rekening met de ernst en de duur van de overtreding.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BJ3867, Voorlopige voorziening, AWB 09/2314, 09/2326 en 09/2327 POST - T1
Rechtsoort
Bestuursrecht overig
Datum uitspraak
23-07-2009
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Voorlopige voorziening
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank RotterdamVerzoekster is verplicht een overzicht van de daadwerkelijke kosten, zijnde de rechtstreeks aan de UPD toerekenbare kosten én de gemeenschappelijke kosten die niet rechtstreeks aan de UPD zijn toe te rekenen, over te leggen. Het gaat hierbij om de daadwerkelijke kosten per onderscheiden postdienst en niet om de UPD als geheel...