Politiewet 1993
Artikel 6
1
Aan de Koninklijke marechaussee zijn, onverminderd het bepaalde bij of krachtens andere wetten, de volgende politietaken opgedragen:
a
het waken voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen;
b
de uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten, alsmede internationale militaire hoofdkwartieren, en ten aanzien van tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren behorende personen;
c
de uitvoering van de politietaak op de luchthaven Schiphol en op de andere door Onze Ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie aangewezen luchtvaartterreinen, alsmede de beveiliging van de burgerluchtvaart;
d
de verlening van bijstand alsmede de samenwerking met de politie krachtens deze wet, daaronder begrepen de assistentieverlening aan de politie bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit;
e
de uitvoering van de politietaak op plaatsen onder beheer van Onze Minister van Defensie, op verboden plaatsen die krachtens de Wet bescherming staatsgeheimen (Stb. 1951, 92) ten behoeve van de landsverdediging zijn aangewezen, alsmede op het terrein van de ambtswoning van Onze Minister-President;
f
de uitvoering van de bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 opgedragen taken, waaronder begrepen de bediening van de daartoe door Onze Minister van Justitie aangewezen doorlaatposten en het, voor zover in dat verband noodzakelijk, uitvoeren van de politietaak op en nabij deze doorlaatposten, alsmede het verlenen van medewerking bij de aanhouding of voorgeleiding van een verdachte of veroordeelde;
g
de bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;
h
het in opdracht van Onze Minister van Justitie en van Defensie ten behoeve van De Nederlandsche Bank N.V. verrichten van beveiligingswerkzaamheden.
2
Onder personen die behoren tot de andere strijdkrachten en internationale hoofdkwartieren, bedoeld in het eerste lid, onder b, worden mede begrepen personen, voor zover aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister van Defensie.
3
Onze Minister van Justitie kan de commandant van de Koninklijke marechaussee de nodige algemene en bijzondere aanwijzingen geven, voorzover het betreft:
a
de uitoefening van de taken, bedoeld in het eerste lid, onder a en h;
b
het waken voor de veiligheid van door Onze Minister van Justitie aangewezen personen als bedoeld in het eerste lid, onder b;
c
de uitoefening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder c, ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en de beveiliging van de burgerluchtvaart;
d
de bewaking en beveiliging van de ambtswoning van Onze Minister-President, bedoeld in het eerste lid, onder e.
4
Hoewel bevoegd tot de opsporing van alle strafbare feiten, onthoudt de militair van de Koninklijke marechaussee die is aangewezen krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, zich van optreden anders dan in het kader van de uitoefening van zijn politietaken, bedoeld in het eerste lid.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AE9050, Cassatie, 03001/00
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
28-01-2003
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge Raad28 januari 2003 Strafkamer nr. 03001/00 EW/SM Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 2 mei 2000, nummer 20/000309-99, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959, wonende te [woonplaats]... -
LJN AF4508, Eerste aanleg - meervoudig, 03/005299-02
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
03-02-2003
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank MaastrichtParketnummer: 03/005299-02 Datum uitspraak: 03 februari 2003 RECHTBANK MAASTRICHT VONNIS op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen [naam verdachte], geboren te [geboortedatum/plaats], wonende te [woonplaats/adres], Dit vonnis is gewezen naar aanleiding... -
LJN AP9668, Eerste aanleg - meervoudig, 03/005230-04
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
09-07-2004
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank MaastrichtDe bevoegdheid van de Koninklijke Marechaussee Ingevolge artikel 6, eerste lid, aanhef en onder d., van de Politiewet 1993 is aan de Koninklijke marechaussee op het terrein van grensoverschrijdende criminaliteit een eigen taak toebedeeld, zij het dat die taak niet zelfstandig kan worden uitgeoefend,... -
LJN AV4828, Hoger beroep, 20-009114-05
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
14-03-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof 's-HertogenboschBewijsuitsluiting. Verdachte is staande gehouden door wachtmeesters van de KMAR. Vervolgens is door hen het rijbewijsregister geraadpleegd, verdachte terzake een overtreding van de WVW 1994 gehoord en aan verdachte proces-verbaal aangezegd, terwijl daartoe geen bevoegdheid bestond. Verdachte wordt vrijgesproken. -
LJN AW1763, Hoger beroep, 20-00350-04
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
07-04-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof 's-HertogenboschDoorzoeking vond plaats in het kader van vermoedelijke overtreding atrikel 197a WvSr. Ambtenaren van de Koninklijke Marechaussee hebben onbevoegdelijk opgetreden in het kader van de opsporing van overtreding van de Opiumwet. -
LJN BD8362, Eerste aanleg - enkelvoudig, AWB 08/23305
Rechtsoort
Vreemdelingen
Datum uitspraak
16-07-2008
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank 's-GravenhageVreemdelingenbewaring / staandehouding / bevoegdheid / redelijk vermoeden van illegaal verblijf / onrechtmatige inbewaringstelling
Dat de rechter in vreemdelingenzaken volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling niet mag oordelen over de rechtmatigheid van de aanwending van niet bij of kachtens... -
LJN BH2640, Hoger beroep, 23-000938-07
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
22-01-2009
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof AmsterdamOM appel. Reikwijdte artikel 6, vierde lid, Politiewet 1993.