Opiumwet
Artikel 12
Indien de waarde van de zaken waarmee of met betrekking tot welke de feiten, strafbaar gesteld in de artikelen 10, eerste tot en met vijfde lid, 10a, eerste lid, 11, tweede tot en met vijfde lid, en 11a zijn begaan, of die geheel of gedeeltelijk door middel van die feiten zijn verkregen, hoger is dan het vierde gedeelte van het maximum van de geldboete op die feiten gesteld, kan, ook indien het feit door een natuurlijke persoon is begaan, een geldboete van de naast hogere categorie worden opgelegd.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.