Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Ontgrondingenwet

 

Artikel 3
1
Het is verboden, behoudens het bepaalde in de artikelen 12 en 31, zonder vergunning te ontgronden dan wel als eigenaar, erfpachter, vruchtgebruiker, opstalhouder, beklemde meier of gebruiker van enige onroerende zaak toe te laten, dat aldaar zonder vergunning ontgronding plaats heeft.
2
Aan een vergunning kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van alle bij een ontgronding betrokken belangen alsmede ter bevordering en bescherming van belangen, betrokken bij de herinrichting van de ontgronde onroerende zaken en de aanpassing van de omgeving van de ontgronde onroerende zaken.
3
De in het tweede lid bedoelde voorschriften kunnen in ieder geval inhouden:
a
dat een werkplan wordt overgelegd, volgens hetwelk de ontgronding zal geschieden, en dat het toestemming behoeft van een bij het voorschrift aangewezen bestuursorgaan;
b
dat de onroerende zaken waarvoor een vergunning tot ontgronding wordt verleend, geheel of bij gedeelten in een bij het voorschrift omschreven toestand dienen te worden gebracht;
c
dat in plaats van de onder b bedoelde verplichting een bepaald bedrag ineens of bij gedeelten moet worden betaald;
d
dat de kosten van het beheer van de onroerende zaken die zijn ontgrond geheel of gedeeltelijk moeten worden betaald;
e
dat de kosten in verband met de aanpassingsinrichting van de omgeving van de ontgronde onroerende zaken, alsmede van het beheer van de aangepaste omgeving, voor zover zij het gevolg zijn van de ontgronding, geheel of gedeeltelijk moeten worden betaald;
f
dat financiële zekerheid moet worden gesteld voor het nakomen van krachtens de vergunning geldende verplichtingen;
g
dat moet worden voldaan aan door een bij het voorschrift aangewezen bestuursorgaan gestelde nadere eisen;
h
dat de vergunninghouder verplicht is technische maatregelen te treffen waardoor monumenten als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Monumentenwet 1988 in de bodem kunnen worden behouden;
i
dat de vergunninghouder verplicht is opgravingen te doen als bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Monumentenwet 1988;
j
dat de vergunninghouder verplicht is de ontgronding te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het vergunningverlenende bestuursorgaan te stellen kwalificaties.
4
Een financiële zekerheid als bedoeld in het derde lid, onder f, kan niet worden gevorderd van publiekrechtelijke lichamen. Op de toestemming, bedoeld in het derde lid, onder a, zijn de artikelen 10:28 tot en met 10:31 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
5
Aan de vergunning kunnen ook voorschriften worden verbonden, inhoudende dat op een daarbij omschreven wijze moet worden aangegeven of aan andere vergunningvoorschriften wordt voldaan en dat de daarbij verkregen gegevens ter beschikking moeten worden gesteld van het bevoegd gezag.
6
Weigering, intrekking of wijziging van een vergunning kan geschieden op grond van strijd met de in het tweede lid bedoelde belangen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AT5369, Eerste aanleg - meervoudig, 200404537/1
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    11-05-2005
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Raad van State
    Verweerder heeft bij besluit van 21 april 2004, no. 991642, een vergunning onder voorschriften ingevolge de Ontgrondingenwet verleend aan [appellante] voor het ontgronden van diverse percelen in de locatie "Uitbreiding Beers-Oost-Noord, die liggen tussen de Steegstraat en de Rijksweg A73, noordelijk...
  • LJN AT5133, Eerste aanleg - meervoudig, 200403894/1
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    04-05-2005
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Raad van State
    Verweerder heeft bij besluit van 21 april 2004, no. AMU/1429, een vergunning onder voorschriften ingevolge de Ontgrondingenwet verleend aan [vergunninghouder]. te [plaats] voor het tot en met 30 april 2007 winnen van 2 miljoen m³ zeezand in de vakken S3A, S5A, S5B, S7B, S7C, S7G, S7H, S7I en S8B...
  • LJN AU4968, Eerste aanleg - enkelvoudig, 200501030/1
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    26-10-2005
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Raad van State
    Bij besluit van 20 april 2004 heeft verweerder appellant bestuursdwang aangezegd met betrekking tot de activiteiten die hebben plaatsgevonden op het perceel, kadastraal bekend gemeente [plaats], sectie […], nummer […].
  • LJN AW3547, Hoger beroep, 2003/1009
    Rechtsoort
    Handelszaak
    Datum uitspraak
    25-04-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Arnhem
    Het hof heeft overwogen dat de zandwinbedrijven niet hard kunnen maken dat de provincie met hen had gecontracteerd of haar bindende toezeggingen had gedaan. De zandwinbedrijven hebben niet tijdig bezwaar gemaakt tegen het "tegenplan" van de gemeente, zodat hun beroep bij de Raad van State strandde. Dit dekte de administratieve fout af...
  • LJN AA4210, Hoger beroep, E01.96.0330
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    23-09-1999
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Raad van State
    Raad van State E01.96.0330 Datum uitspraak: 23 september 1999. AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. raad van de gemeente West Maas en Waal, 2. A te B, 3. de heer en mevrouw C te D, 4. E te B, 5. F te G, 6. H te B, 7. Stichting Komitee Waakzaamheid F3 te Maasbommel, 8...
  • LJN AR3347, Eerste aanleg - enkelvoudig, 200401875/1
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    06-10-2004
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Raad van State
    Bij besluit van 20 mei 2003, verzonden 23 mei 2003, no. 915532/SdG, heeft verweerder appellante onder oplegging van een dwangsom gelast om binnen twee maanden na verzending van zijn besluit de zonder vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Ontgrondingenwet (hierna: de wet) verrichte ontgrondingswerkzaamheden...
  • LJN AT5132, Eerste aanleg - meervoudig, 200403730/1
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    04-05-2005
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Raad van State
    Verweerder heeft bij besluit van 23 maart 2004, no. AMU/1046, een vergunning onder voorschriften ingevolge de Ontgrondingenwet verleend aan [vergunninghouder]. te [plaats] voor het tot en met 31 maart 2007 winnen van 6 miljoen m³ zeezand in de vakken L12C, L12D, L12E, L17A, M9B, M9D, Q2A, Q2B, Q5C'...
  • LJN AE0360, Eerste aanleg - meervoudig, 200002838/2
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    20-03-2002
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Raad van State
    200002838/2. Datum uitspraak: 20 maart 2002 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. (…), gevestigd te (…), en anderen, 2. (…), wonend te (…), appellanten, en gedeputeerde staten van Limburg, verweerders. 1. Procesverloop Bij besluit van 25 april 2000,...
  • LJN AO9718, Eerste aanleg - enkelvoudig, 200308532/1
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    19-05-2004
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Raad van State
    Bij besluit van 20 mei 2003, kenmerk 915526/SDG, heeft verweerder het verzoek van appellant om handhavend op te treden tegen een in afwijking van een verleende ontgrondingvergunning uitgevoerde ontgronding afgewezen.
  • LJN AX9546, Hoger beroep, 20-007406-05
    Rechtsoort
    Straf
    Datum uitspraak
    12-05-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Hertogenbosch
    Het bewezen verklaarde onder 1 is voorzien bij artikel 1a, aanhef en onder 1°, van de wet op de economische delicten, juncto artikel 10.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer en strafbaar gesteld bij artikel 6, eerste lid, aanhef en onder 1°, van de wet op de economische delicten, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde...
  •