![logo-zwart logo-zwart](/export/ad/ad59329DJKqloqcjh.jpeg)
Mededingingswet
Artikel 60
1
In afwijking van afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht worden de belanghebbenden schriftelijk opgeroepen om naar keuze schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren te brengen omtrent het in artikel 59, eerste lid, bedoelde rapport.
2
Het rapport en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken worden gedurende een periode van ten minste vier weken voor belanghebbenden ter inzage gelegd. Bij de in het eerste lid bedoelde oproeping wordt vermeld waar en wanneer de stukken ter inzage zullen liggen.
3
De artikelen 3:11, tweede en derde lid, en 3:16, van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.
4
Indien een onderneming of ondernemersvereniging als bedoeld in artikel 59, tweede lid, onder c, haar zienswijze mondeling naar voren brengt, draagt de raad er op verzoek van degene die de Nederlandse taal onvoldoende begrijpt, zorg voor dat een tolk wordt benoemd die de betrokkene bij het horen kan bijstaan, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat.
De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing indien degene, bedoeld in artikel 59, tweede lid, onderdeel d, die tot de overtreding opdracht heeft gegeven of die feitelijk leiding heeft gegeven aan de overtreding, zijn zienswijze mondeling naar voren brengt.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AY3536, Eerste aanleg - meervoudig, AWB 05/931
Rechtsoort
Bestuursrecht overig
Datum uitspraak
03-07-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank Arnhem(Artikel 90 van) de Mededingingswet bevat geen uitputtende openbaarmakingsregeling waarvoor de WOB als algemene openbaarmakingsregeling moet wijken.