Mededingingswet
Artikel 3
1
De raad bestaat uit drie leden, onder wie de voorzitter.
2
Benoeming, schorsing en ontslag van de leden geschieden op voordracht van Onze Minister bij koninklijk besluit. Benoeming vindt plaats op grond van deskundigheid op het gebied van de taken waarmee de raad is belast.
3
De voorzitter wordt benoemd voor een periode van ten hoogste zes jaar en de overige leden worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar. De leden kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar.
4
Een lid van de raad kan op eigen verzoek worden ontslagen. Hij kan voorts worden geschorst of ontslagen wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de vervulde functie dan wel wegens andere zwaarwegende in zijn persoon gelegen redenen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.