Machtigingswet Koninklijke PTT Nederland NV
Wet van 26 oktober 1988, houdende regels met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap PTT Nederland NV
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat de Staat der Nederlanden overgaat tot oprichting van de naamloze vennootschap PTT Nederland NV, waarin de vermogensbestanddelen van de Staat welke worden toegerekend aan het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie worden ingebracht, en dat ingevolge artikel 40 van de Comptabiliteitswet 1976 (Stb. 1976, 671) voor de oprichting van deze vennootschap machtiging bij wet is vereist;
dat het voorts wenselijk is de naamloze vennootschap PTT Nederland NV aan te wijzen als houder van de concessies, bedoeld in de tot stand te brengen wetgeving op het terrein van de post en de telecommunicatie;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk I.
Artikel 1 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 2
Onze Minister van Financiƫn wordt gemachtigd om namens de Staat deel te nemen in plaatsing van kapitaal door Koninklijke KPN N.V. of door TPG N.V.
Artikel 3
Op TPG N.V. zijn de artikelen 158 tot en met 164 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Artikel 4
Op TPG N.V. zijn de artikelen 153, derde lid, en artikel 155 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing.
Artikel 5
TPG N.V. wordt aangewezen als rechtspersoon, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, van de Postwet.
Hoofdstuk II.
Artikel 6 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 7 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 8 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 9 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 10
1
De onder het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie berustende archiefbescheiden worden, met uitzondering van die welke betrekking hebben op de regelgevende taken van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, ter beschikking gesteld aan Koninklijke PTT Nederland N.V.. Daarvan wordt een verklaring opgemaakt die ten minste inhoudt een specificatie van deze archiefbescheiden. Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, Koninklijke PTT Nederland N.V. en de algemene rijksarchivaris bewaren ieder een exemplaar van deze verklaring.
2
De Archiefwet 1995 (Stb. 276) is op de in het eerste lid bedoelde archiefbescheiden van toepassing.
Hoofdstuk III. [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 11 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 12 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 13 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 14 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 15 [Vervallen per 19-05-2004]
Hoofdstuk IV.
Artikel 16 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 17 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 18 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 19 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 20 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 21 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 22 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 23 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 24 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 25 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 26 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 27 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 28 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 29 [Vervallen per 19-05-2004]
Artikel 30
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.
Artikel 31
Deze wet kan worden aangehaald als: Machtigingswet Koninklijke PTT Nederland N.V..
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te Canberra, 26 oktober 1988
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
n
Smit-Kroes
De Minister van Financiƫn,
h
O. C. R. Ruding
Uitgegeven de vierentwintigste november 1988
De Minister van Justitie,
f
Korthals Altes