Goedkeuringswet wijziging Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten
Wet van 26 april 2001 tot goedkeuring van de op 17 november 1997 te Rome tot stand gekomen wijziging van het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten (Trb. 2000, 31)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat de op 17 november 1997 te Rome tot stand gekomen wijziging van het Internationaal Verdrag voor de Bescherming van planten ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
De op 17 november 1997 te Rome tot stand gekomen wijziging van het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten, waarvan de tekst en de vertaling in het Nederlands zijn geplaatst in Tractatenblad 1998, 125 en 2000, 31, wordt goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 2
De goedkeuring door de Staten-Generaal van wijzigingen bedoeld in artikel XXI, vierde lid, van het in artikel 1 genoemde Verdrag is niet vereist, indien zij door twee derde van de Verdragsluitende Partijen - andere dan het Koninkrijk - zijn aanvaard, tenzij de betreffende wijziging afwijkt van de Grondwet of tot zodanig afwijken noodzaakt.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 26 april 2001
Beatrix
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, G. H. Faber
De Minister van Buitenlandse Zaken, J. J. van Aartsen
Uitgegeven de éénentwintigste juni 2001
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals