
Gerechtsdeurwaarderswet
Artikel 52
1
De gerechtsdeurwaarder is met ingang van de eerstvolgende maand na het bereiken van de 65-jarige leeftijd van rechtswege ontslagen.
2
De gerechtsdeurwaarder wordt bij koninklijk besluit ontslag verleend:
a
op zijn verzoek;
b
op een onherroepelijk geworden beslissing tot ontzetting uit het ambt als bedoeld in artikel 43, tweede lid, onderdeel e;
c
bij verlies van het Nederlanderschap.
3
De gerechtsdeurwaarder kan ontslag worden verleend bij besluit van Onze Minister op grond van:
a
een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak, waarbij hij onder curatele is gesteld;
b
het ondergaan van lijfsdwang wegens schulden krachtens onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak;
c
een onherroepelijk geworden veroordeling tot vrijheidsstraf wegens misdrijf;
d
faillissement, surséance van betaling of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.
e
blijvende ongeschiktheid voor de vervulling van het ambt van gerechtsdeurwaarder, uit hoofde van ziekte of gebreken.
4
Het ontslag van een gerechtsdeurwaarder houdt tevens zijn ontslag in als waarnemend gerechtsdeurwaarder.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.