Gaswet
Artikel 18
1
De artikelen 18a tot en met 18f zijn van toepassing op gasopslagbedrijven die een economische machtspositie hebben.
2
De beheerders van de gasopslaginstallaties waarvoor op grond van artikel 149, eerste lid, van de Mijnbouwwet, van rechtswege een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van die wet, worden geacht gasopslagbedrijven als bedoeld in het eerste lid te zijn.
3
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het tweede lid geen toepassing vindt. Deze algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat de inwerkingtreding van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de beide kamers van de Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.