Databankenwet
Artikel 5c
Artikel 5c.
1
Inbreuk op het recht genoemd in artikel 2 en inbreuk op het in artikel 5a, eerste en tweede lid, of artikel 5b bepaalde, geeft de bevoegdheid het geheel of een deel van de inhoud van de databank als bedoeld in artikel 2 en inrichtingen, producten en onderdelen als bedoeld in artikel 5a of databanken als bedoeld in artikel 5b als zijn eigendom op te eisen dan wel onttrekking aan het handelsverkeer, vernietiging of onbruikbaarmaking daarvan te vorderen. Gelijke bevoegdheid bestaat ten aanzien van roerende zaken die geen registergoederen zijn en die rechtstreeks hebben gediend tot de vervaardiging van de inrichtingen, producten en onderdelen, bedoeld in de eerste zin.
2
De bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering betreffende beslag en executie tot afgifte van roerende zaken die geen registergoederen zijn, zijn van toepassing. Bij samenloop met een ander beslag gaat degene die beslag heeft gelegd krachtens dit artikel voor.
3
De maatregelen bedoeld in het eerste lid worden op kosten van de gedaagde uitgevoerd, tenzij bijzondere redenen dit beletten.
4
Tenzij anders is overeengekomen, heeft de licentienemer het recht de uit het eerste lid voortvloeiende bevoegdheden uit te oefenen, voor zover deze strekken tot bescherming van de rechten waarvan de uitoefening hem is toegestaan.
5
De rechter kan op vordering van de producent degene die inbreuk op diens recht heeft gemaakt, bevelen al hetgeen hem bekend is omtrent de herkomst en distributiekanalen van de databanken en delen van databanken die inbreuk maken, aan de gerechtigde mee te delen en alle daarop betrekking hebbende gegevens aan deze te verstrekken. Onder dezelfde voorwaarden kan dit bevel worden gegeven aan een derde die op commerciƫle schaal inbreukmakende databanken of delen van databanken in zijn bezit heeft of gebruikt, die op commerciƫle schaal diensten verleent die bij de inbreuk worden gebruikt, of die door een van deze derden is aangewezen als zijnde betrokken bij de productie, fabricage of distributie van deze databanken of delen van databanken of bij het verlenen van deze diensten. Deze derde kan zich verschonen van het verstrekken van informatie die bewijs zou vormen van deelname aan een inbreuk op een recht van intellectuele eigendom door hem zelf of door de andere in artikel 165, derde lid, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedoelde personen.
6
Bij de beoordeling van de maatregelen die de producent of diens licentienemer kan vorderen ingevolge de bevoegdheden, genoemd in het eerste lid, houdt de rechter rekening met de noodzakelijke evenredigheid tussen de ernst van de inbreuk en de gevorderde maatregelen en met de belangen van derden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.