
Ambtenarenwet
Artikel 123
Tenzij in bijzondere wetten anders is bepaald, verjaren rechtsvorderingen ter zake van bezoldigingen door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgend op die waarop de vordering opeisbaar is geworden. De artikelen 316 tot en met 323 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN ZB5497, Hoger beroep, AW 93/551
Rechtsoort
Ambtenarenrecht
Datum uitspraak
19-10-1995
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Centrale Raad van BeroepVerjaring in ambtenarenzaken met betrekking tot financiële aanspraken. -
LJN ZF1847, Hoger beroep, AW 1993/551
Rechtsoort
Ambtenarenrecht
Datum uitspraak
19-10-1995
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Centrale Raad van BeroepArt. 123 (oud) Ambtenarenwet 1929 over verjaring van rechtsvorderingen is niet voor de bestuursrechter in ambtenarenzaken geschreven. -
LJN AB1812, Hoger beroep, 98/5932 AW
Rechtsoort
Ambtenarenrecht
Datum uitspraak
25-01-2001
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Centrale Raad van Beroep98/5932 AW U I T S P R A A K in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, en de Staatssecretaris van Financiën, gedaagde, I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Appellant heeft op bij aanvullend beroepschrift aangevoerde gronden hoger beroep ingesteld tegen de door de... -
LJN ZB6623, Hoger beroep, 95/1159 AW
Rechtsoort
Ambtenarenrecht
Datum uitspraak
23-01-1997
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Centrale Raad van BeroepArt 123 Ambtenarenwet is niet voor de bestuursrechter-in-ambtenarenzaken geschreven. Ambtenaar kan financiële aanspraken jegens de overheid na 5 jaar niet meer afdwingen.