
Advocatenwet
Artikel 54
1
Het in de artikelen 46c, tweede lid, 46d, tweede lid, 46f, 46g, eerste en tweede lid, 46i, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel c, 46j, 46l, eerste en derde lid, 46m, 46o en 46p, eerste tot en met het vijfde lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren bepaalde is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de leden en plaatsvervangende leden van het hof van discipline.
2
De leden-advocaten en plaatsvervangende leden-advocaten kunnen worden ontslagen op de gronden aangegeven in de artikelen 46c, tweede lid, 46d, tweede lid, 46i, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel c, 46j, 46l, eerste en derde lid, en 46m van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. Daarnaast vervalt het lidmaatschap van de leden-advocaten en de plaatsvervangende leden-advocaten van rechtswege indien zij hebben opgehouden advocaat te zijn.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.