Advocatenwet
Artikel 2a
1
In afwijking van het eerste lid van artikel 2 is degene die in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland, hierna te noemen staat van herkomst, gerechtigd is zijn beroepswerkzaamheid uit te oefenen onder de benaming advocaat of een daarmee overeenkomstige benaming in de taal of in de talen van de staat van herkomst, bevoegd te verzoeken te worden ingeschreven als advocaat, indien hij een document overlegt waaruit blijkt dat hij gedurende ten minste drie jaar daadwerkelijk en regelmatig in Nederland in het Nederlandse recht, met inbegrip van het gemeenschapsrecht als advocaat werkzaam is geweest. Onder daadwerkelijk en regelmatig werkzaam wordt verstaan de daadwerkelijke uitoefening van de werkzaamheid zonder andere dan de in het dagelijks leven normale onderbrekingen.
2
De advocaat dient een aanvraag om afgifte van een document als bedoeld in het eerste lid in bij de raad van toezicht in het arrondissement waarin de advocaat kantoor kan houden.
3
De aanvraag omvat ten minste inlichtingen of bescheiden betreffende het aantal en de aard van de door de aanvrager behandelde dossiers.
4
De raad van toezicht kan verifiëren of de uitgeoefende werkzaamheden als regelmatig en daadwerkelijk kunnen worden aangemerkt en kan zo nodig de advocaat verzoeken mondeling of schriftelijk aanvullende verduidelijkingen of preciseringen te verstrekken met betrekking tot inlichtingen en bescheiden, als bedoeld in het derde lid.
5
In plaats van de verklaring omtrent het gedrag of de andere in het tweede lid van artikel 2 genoemde documenten kan de advocaat, bedoeld in het eerste lid, een met deze verklaring of die documenten overeenkomende documenten, afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in de staat van herkomst overleggen. Artikel 7 van de Algemene wet erkenning EG-hoger-onderwijsdiploma's is van overeenkomstige toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AB3329, Hoger beroep, 200005216/1.
Rechtsoort
Bestuursrecht overig
Datum uitspraak
01-08-2001
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Raad van StateRechter is niet bevoegd om een advocaat toe te wijzen aan een partij. Afwijzing verzoek van appellant om vrijstelling van de verplichting om als stagiaire bij een patroon kantoor te houden. Anders dan appellant betoogt is noch in art. 18, eerste lid Grondwet, noch in art. 8:24, eerste lid Awb noch...