Wetboek van Strafrecht
Artikel 104
Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft hij die, in tijd van oorlog, zonder oogmerk om de vijand hulp te verlenen of de staat tegenover de vijand te benadelen, opzettelijk:
1
een verspieder van de vijand opneemt, verbergt of voorthelpt;
2
desertie van een krijgsman, in dienst van het Rijk, teweegbrengt of bevordert.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.