Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
Artikel 28e
1
De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete vervalt indien ter zake van de overtreding op grond waarvan de boete kan worden opgelegd, tegen de overtreder een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen, dan wel het recht tot strafvordering is vervallen ingevolge artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht.
2
Het recht tot strafvervolging met betrekking tot een overtreding van de artikelen genoemd in artikel 27 vervalt, indien Onze Minister van Financiƫn ter zake van die overtreding reeds een boete heeft opgelegd.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.