Wet personenvervoer 2000
Artikel 61
1
Met ingang van een bij algemene maatregel van bestuur bepaald tijdstip verleent een concessieverlener voor het openbaar vervoer, anders dan per trein, in zijn concessiegebied slechts een concessie nadat daartoe een aanbesteding is gehouden.
2
Onze Minister kan op aanvraag van een concessieverlener een ontheffing verlenen van de in het eerste lid bedoelde verplichting indien:
a
de concessie een overbrugging vormt voor:
1
een wijziging van de indeling van concessiegebieden;
2
een samenvoeging van meerdere vervoersvormen in één concessie;
b
onverminderd artikel 3, eerste lid, de concessie betrekking heeft op openbaar vervoer dat een vernieuwende technologie of vervoersconcept bevat dat niet tot stand komt indien de concessie zou worden aanbesteed.
3
Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend en aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
4
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de toepassing van het eerste, tweede en derde lid.
5
Een concessie voor openbaar vervoer, anders dan per trein, die is verleend zonder dat daartoe een aanbesteding is gehouden, vervalt op het met toepassing van het eerste lid bepaalde tijdstip.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.