Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
Artikel 16
1
Met het onderzoek naar een overtreding als bedoeld in artikel 15 zijn belast de in artikel 11, eerste lid, bedoelde ambtenaren en de door Onze Minister aangewezen andere ambtenaren.
2
Ten dienste van het onderzoek beschikken zij over de in artikel 11, tweede en derde lid, bedoelde bevoegdheden.
3
Indien Onze Minister of een ambtenaar als bedoeld in het eerste lid jegens de vergunninghouder een handeling verricht waaraan deze in redelijkheid de gevolgtrekking kan verbinden dat aan hem wegens een bepaald feit een boete zal worden opgelegd, is de vergunninghouder niet langer verplicht terzake van dat feit enige verklaring af te leggen. De vergunninghouder wordt hiervan in kennis gesteld voordat hem mondeling terzake om informatie wordt gevraagd.
4
Indien Onze Minister voornemens is een boete op te leggen, geeft hij de vergunninghouder daarvan kennis onder vermelding van het feit terzake waarvan het voornemen bestaat en van de gronden waarop het voornemen berust. De vergunninghouder wordt in de gelegenheid gesteld daarover naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.