Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 10.3c Opleidingscommissies
1
Voor elke opleiding wordt een opleidingscommissie ingesteld, behoudens het bepaalde in het vierde lid. De commissie heeft tot taak:
a
advies uit te brengen over de onderwijs- en examenregeling alvorens het instellingsbestuur de regeling vaststelt,
b
het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de onderwijs- en examenregeling, en
c
het desgevraagd of uit eigen beweging advies uitbrengen aan de deelraad, bedoeld in artikel 10.25, en het faculteitsbestuur of het bestuur van de desbetreffende organisatorische eenheid dan wel, indien de hogeschool geen faculteiten omvat, aan het instellingsbestuur, over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs in de desbetreffende opleiding.
De commissie zendt de adviezen, bedoeld onder a en c, ter kennisneming aan de medezeggenschapsraad.
2
Voorzover bij de vaststelling, nadere regeling of uitvoering van de onderwijs- en examenregeling het advies van de desbetreffende commissie niet wordt gevolgd, wordt de desbetreffende beslissing met redenen omkleed.
3
In het bestuursreglement wordt de wijze van benoemen en samenstellen van de commissie geregeld, met dien verstande dat de helft van het totaal aantal leden van de commissie voortkomt uit de voor de desbetreffende opleiding ingeschreven studenten.
4
Indien een faculteit of een andere organisatorische eenheid slechts één opleiding omvat, kan het bestuursreglement bepalen dat de taken en bevoegdheden van de opleidingscommissie worden uitgeoefend door de deelraad, bedoeld in artikel 10.25.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.