Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990
Artikel 32
1
Behoudens in de gevallen, bedoeld in artikel 29, derde lid, neemt het veterinair tuchtcollege geen beslissing aangaande een ingediende klacht dan na verhoor, althans behoorlijke oproeping van de persoon over wie geklaagd is en van de klager.
2
De persoon over wie geklaagd is kan - tenzij het veterinair tuchtcollege beveelt dat hij in persoon zal verschijnen - zich ter terechtzitting doen vertegenwoordigen door een daartoe gemachtigde. Hij kan zich door een raadsman doen bijstaan.
3
Het veterinair tuchtcollege kan weigeren bepaalde personen die geen advocaat zijn, als gemachtigde of als raadsman toe te laten. Bij zodanige weigering houdt het veterinair tuchtcollege de zaak tot een volgende zitting aan.
4
De persoon over wie geklaagd is en zijn raadsman worden in de gelegenheid gesteld ten minste 14 dagen vóór de aanvang van het onderzoek op de terechtzitting van de processtukken kennis te nemen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.