Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990
Artikel 29
1
Een zaak, artikel 14 of artikel 15 betreffende, wordt bij het veterinair tuchtcollege aanhangig gemaakt door een schriftelijke klacht van degene die rechtstreeks in zijn belang is getroffen, dan wel van een door Onze Minister aangewezen ambtenaar.
2
Zodra een klacht is ingekomen, stelt de voorzitter een voorlopig onderzoek in. De ambtenaar, bedoeld in het vorige lid, verleent daarbij desgevraagd medewerking.
3
Blijkt dat de klacht is ingediend door iemand die daartoe niet ingevolge het eerste lid bevoegd is, dan verklaart het veterinair tuchtcollege de klager zonder nader onderzoek bij met reden omklede beslissing schriftelijk niet ontvankelijk. Blijkt dat de klacht kennelijk ongegrond is in die zin, dat de feiten waarop zij berust niet tot toepassing van artikel 14 of artikel 15 kunnen leiden, dan kan het veterinair tuchtcollege zonder verder onderzoek de klacht bij met reden omklede beslissing schriftelijk afwijzen.
4
Intrekken van de klacht, nadat deze is ingekomen, of staking van de werkzaamheden door de persoon over wie geklaagd is, heeft op de verdere behandeling geen invloed, wanneer naar het oordeel van de in het eerste lid bedoelde ambtenaar het algemeen belang vordert, dat de behandeling wordt voortgezet of wanneer de persoon over wie geklaagd is, schriftelijk heeft verklaard voortzetting van de behandeling van de klacht te verlangen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.